Na jarenlang 'in de ban' te zijn geslagen, wordt sporten vandaag weer toegestaan aan ongeveer 60 % van alle epilepsiepatiënten.
Zelfs op hoog niveau.

Epilepsie en sport
Epilepsieaanvallen kunnen verschillende vormen aannemen. Ze kunnen onschuldig zijn en zo goed als ongemerkt voorbijgaan.
Soms zijn ze spectaculair en gaan ze gepaard met stuipen. De patiënt verliest dan plots het bewustzijn en valt op de grond. Na enkele seconden ongecontroleerde spiersamentrekkingen wordt zijn toestand opnieuw normaal: hij komt weer bij kennis, maar herinnert zich niets meer. Het enige wat hij voelt, is vermoeidheid en verwarring.
Vroeger werd epilepsie beschouwd als een duivelse ziekte. Mensen die iemand een aanval zagen krijgen, maakten een kruisteken en vluchtten weg. Vandaag botst de ziekte nog altijd op heel wat vooroordelen. Zo zou ze onverzoenbaar zijn met sport. Er bestaan echter opmerkelijk doeltreffende anti-epileptica die ervoor zorgen dat de patiënt een normaal leven kan leiden.
Gelukkig wordt lichaamsbeweging nu niet langer verboden!
Ze wordt zelfs aangemoedigd. Men heeft vastgesteld dat de inspanning geen crises in werking zetten.
Dat is het geval met profwielrenster Marion Clignet. In 1986 werd bij haar epilepsie vastgesteld. Toch behaalde ze een zilveren medaille op de Olympische Spelen van 1996 en 2000. Ze won ook vijf keer het Wereldkampioenschap Baanwielrennen.
'Anticrisisrecepten'
In de meeste gevallen is epilepsie geen contra-indicatie voor sport, op voorwaarde dat de patiënt zich aan enkele gulden regels houdt.
- Raadpleeg uw arts voor u eraan begint.
- Kies een geschikte activiteit: sportdisciplines die alleen worden beoefend of in gevaarlijke omstandigheden (bergbeklimmen of valschermspringen bijvoorbeeld) zijn absoluut te mijden. Een epilepsieaanval zou in zo’n situatie heel zware gevolgen kunnen hebben.
- Breng de mensen die samen met u sporten op de hoogte. Als ze weten dat u epilepsie hebt, zullen ze beter kunnen reageren.