Sommige kinderen lijden aan nachtelijke enuresie, of bedplassen, met andere woorden aan bedplassen en dat op een leeftijd waarop kinderen 'zindelijk' zouden moeten zijn. Wat moet je doen aan dit probleem dat zware psychologische, sociale en familiale gevolgen kan hebben?

Bedplassen gaat met de tijd meestal over
6 a 7% van de kinderen van zeven jaar zouden last hebben van bedplassen. In de meeste gevallen verdwijnt het probleem met de tijd, met ongeveer 15 % spontane genezingen tussen de leeftijd van vijf en tien jaar. In elk geval moet een behandeling niet ingesteld worden voor de leeftijd van zeven jaar.
Nachtelijke enuresie is een symptoom en geen ziekte. Het gaat gepaard met ongewild urineverlies op een leeftijd waarop een kind geen last meer zou moeten hebben van bedplassen (voordat het kind vijf jaar oud is). In eerste instantie moet er gezocht worden naar een eventuele organische oorzaak die urologisch, nefrologisch of neurologisch kan zijn.
Opvoeding en gedragstherapie tegen bedplassen
Is er geen organische oorzaak, dan berust de behandeling van enuresie eerst op educatieve en gedragsmaatregelen waarbij zowel de ouders als het kind betrokken zijn: minder drinken aan het einde van de dag, geen luier meer, samen zorgen voor schone lakens, een kalender om de droge nachten te noteren, enz. Daarbij moet er ook aandacht zijn voor de psychologische, familiale en sociale impact van enuresie
op het kind en op het hele gezin.
Als deze maatregelen niet helpen, kan een beroep gedaan worden op een soort alarmsysteem waarbij bij elke plas een alarm afgaat dat het kind zelf moet uitschakelen.
Deze vorm van gedragstherapie berust op het anticiperen en het bewust worden van de plasbehoefte.
Mise au point de l'Agence française de sécurité sanitaire des produits de santé (Afssaps), 19 januari 2006.