Meerdere studies hebben al aangetoond dat luchtvervuiling leidt tot een hoger sterftecijfer.
Wij weten nu ook dat vervuilende stoffen een invloed hebben op de stolling van het bloed en op het risico op een trombose.

Fijn stof en trombose
Er is een directe linke tussen blootstelling aan stofdeeltjes met een geringe omvang (kleiner dan 10 microgram diameter) en het risico op een diepe veneuze trombose. Onder diepe veneuze trombose verstaat men de vorming van een bloedklontertje in de diep gelegen aderen van het been.
Zo'n diepe veneuze trombose vormt een serieus risico. Als het klontertje uiteenvalt en loskomt, kan het namelijk via de bloedbaan in het hart terechtkomen, en vandaar naar de longen gaan. Als het vast komt te zitten in de bloedvaten van de longen, loopt de patiënt het risico om een mogelijk fatale longembolie te ontwikkelen.
Het Italiaanse onderzoek werd over tien jaar gevoerd, namelijk tussen 1995 en 2005. De wetenschappers hebben bij patiënten bij wie de diagnose van veneuze trombose was gesteld de mate van vervuiling onderzocht waaraan deze patiënt het hele voorafgaande jaar was blootgesteld.
Ze ontdekten dat met elke stijging van tien microgram per kubieke meter luchtvervuiling het risico op een diepe veneuze trombose met 70% toenam.
Bij vrouwen ligt dat cijfer wel iets lager, vooral dan bij vrouwen die hormonale anticonceptiva nemen of die een hormonale behandeling volgen - maar daar moet dan worden aan toegevoegd dat vrouwen al een verhoogd risico lopen op een veneuze trombose.
De gevaren van luchtvervuiling waren al bekend
Dat er een verband was tussen het sterftecijfer en blootstelling aan luchtvervuiling was al door vroegere studies aangetoond, en de wetenschappers vermoedden dat veranderingen in de stolling van het bloed daarvan de oorzaak waren. Bij proeven met dieren waren ook al gevallen van veneuze trombose vastgesteld na blootstelling aan vervuilende stoffen in de lucht.
Een van de interessante lessen die uit deze studie getrokken kunnen worden is dat nu is aangetoond luchtvervuiling meetbare effecten kan hebben op de gezondheid van mens, zelfs op niveaus die door de overheid op dit moment als "normaal" worden beschouwd.
Maar dat is nog geen reden tot paniek.
Als u let op uw levenshygiëne en op de overige risicofactoren (overgewicht, zittend leven enz.), en als u zorgt voor een goede medische opvolging als er in uw familie al een geval van trombose is geweest, dan hoeft u niet per se te vrezen voor een trombose. Wel is het misschien tijd dat de beleidsmakers de ogen openen voor de echte gevaren van de vervuiling: niet alleen de dieren op het pakijs zijn in gevaar; wij zijn dat ook.
Archives of internal medicine. Vol. 168 n°9, mei 2008