Honden en katten, maar ook alle andere huisdieren - van parkieten tot paarden - verrijken het leven van de mensen die ze houden. Maar de levensverwachting van al deze dieren is veel korter dan de onze. Als we zo’n gezelschapsdier in huis halen, weten we dus al op voorhand dat we ze heel waarschijnlijk zullen moeten afstaan. Maar ondanks dat besef is het afscheid soms zwaar en kunnen mensen het verlies soms moeilijk aanvaarden…

Een huisdier dat sterft: vaak een groot verlies
Bij 85% van de mensen die een huisdier houden, maakt het dier in kwestie deel uit van het gezin. Huisdieren zijn partners in uw sociale leven en groeien gewoon op tussen de andere leden van het gezin. Ze hebben ook, en dat is nu ook bewezen, een positieve invloed op de gezondheid van de mensen die ervoor zorgen.
Het hoeft dus niet te verbazen dat zo’n dier verliezen heel zwaar kan zijn als het na een jarenlang gemeenschappelijk leven plots wegvalt. Uit studies blijkt dat 20% tot 30% van de eigenaars van gezelschapsdieren soms ernstige rouwsymptomen ontwikkelen bij de dood van hun viervoeter of andere huisgezel. Hevige reacties met posttraumatische stress of pathologische rouw die zware gevolgen heeft voor het leven van de eigenaar komen minder voor, maar ze bestaan wel. Zo’n 5 tot 12% van de baasjes van huisdieren raakt door het verlies op pathologische wijze ontwricht.
Wie loopt gevaar als zijn gezelschapsdier sterft?
Sommige mensen zullen na het verlies van hun huisdier eerder een heel zware periode doormaken dan andere. Alles hangt af van de situatie. Mensen die een heel hechte band met hun gezelschapsdier hebben, zullen natuurlijk meer afzien van de scheiding. Ook bejaarden lopen meer risico: gezelschapsdieren zijn heel belangrijk voor het welzijn van oudere mensen. Maar ook het idee dat het overleden huisdier allicht het laatste is, is moeilijk om te dragen en komt nog bovenop de pijn van het verlies. Uit onderzoek blijkt ook dat het verdriet en de rouw om een overleden huisdier nog groter zijn als het baasje het dier heeft moeten laten inslapen. Ook de steun die de rouwende al dan niet kan krijgen en de houding van de omgeving bij het verlies van een gezelschapsdier kunnen een rol spelen.
Martine Golay Ramel, « Accompagner son animal vieillissant », éd. Jouvence.
Fernandez-Mehler, P. et al., Veterinary Record 2013;172:555 doi:10.1136/vr.101154
Adams, CL et al., J Am Vet Med Assoc. 2000 Nov 1;217(9):1303-9.
Adrian, JAL et al., Bulletin of the Menninger Clinic: Vol. 73, September, pp. 176-187.
doi: 10.1521/bumc.2009.73.3.176