Dyslexie uit zich vooral bij lezen en schrijven, maar vindt ook haar oorsprong in gesproken taal.
Zo zou de klankverwerking bij dyslexiepatiënten trager verlopen.

Dyslexie in schrift en woord
Dyslexie: een probleem met klankbegrip.
Als we het over dyslexie hebben, denken we meestal aan het door elkaar halen van letters bij het lezen of schrijven. Toch is dit eigenlijk maar het topje van de ijsberg.
Aan de basis van dyslexie zou ook het goed begrijpen van het gesproken geluid liggen. Specialisten noemen dit fonologische representatie.
Een nieuwe studie
Een recente studie van klinisch psycholoog Bart Boets biedt een beter inzicht in het belang van fonologische representatie. Bart Boets liet daarbij verschillende, maar vrij goed op elkaar lijkende klankreeksen (zoals “da-da-da-da-da” en “ba-ba-ba-ba-ba”) horen aan personen met dyslexie en aan proefpersonen in een controlegroep. De twee groepen moesten het verschil herkennen tussen beide reeksen.
Resultaat: zowel de controlegroep als de dyslexiegroep slaagde in de opdracht. Er is dus niet echt een probleem met klankverwerking op zich.
Een probleem met klankverwerkingssnelheid
Toch stelden wetenschappers een verschil vast tussen de twee groepen, met name als het ging om de tijd die ze nodig hadden om de klankverschillen te assimileren. De dyslexiegroep deed daar gemiddeld langer over dan de controlegroep.
De onderzoekers analyseerden via MRI ook de neuronale processen die daarbij een rol spelen. Conclusie: dit verschil in verwerkingssnelheid zou te maken hebben met een minder goede coördinatie tussen verschillende hersenzones die betrokken zijn bij klankverwerking.
Marie Van Reybroeck, logopedist en professor in de psychologie- en opvoedingswetenschappen aan de UC. Boets, B. et al., Science 6 December 2013: Vol. 342 no. 6163 pp. 1251-1254. DOI: 10.1126/science.1244333