Een recente studie belicht de rol van mensen die een Alzheimerpatiënt helpen en de werklast die daarbij komt kijken. En wat blijkt? Gemiddeld zijn ze er 18 uur per dag mee bezig!

Het woord " Alzheimer " bezorgt velen van ons koude rillingen. In België lijden momenteel ongeveer 85.000 mensen aan deze ziekte die de hersenen langzaam doet degenereren. Op termijn wordt de patiënt sterk afhankelijk bij al zijn dagelijkse handelingen en heeft hij permanente hulp nodig. Wie neemt die taak op zich? De partner (66 % van de gevallen) of een kind (30 %), die in drie op de vier gevallen samenwonen met de patiënt. De gemiddelde leeftijd van de patiënten is 77 jaar, die van de helpenden 69 jaar.
Een zware taak
Ook al doen de helpenden hun werk met volle overgave, toch benadrukken ze dat het om een zware taak gaat. 40 % verklaart dat ze stalen zenuwen moeten hebben, 23 % dat ze alles moeten doen in de plaats van de patiënt. 12 % benadrukt de communicatieproblemen waarmee ze te maken krijgen. Er is immers niets ergers dan niet meer kunnen communiceren met iemand van wie je houdt. Inzake werkvolume slorpt voor een Alzheimerpatiënt zorgen 18 uur op 24 op, waarvan er 10 besteed worden aan directe hulp (de maaltijden klaarmaken, het toilet maken, ). Voeg bij die race tegen de klok nog eens vijf uur per week voor het afhandelen van administratieve taken (apotheek, ziekenfonds, ) en u kunt zich moeiteloos indenken om wat voor een loodzware opdracht het gaat. Toch blijven de verzorgers bescheiden, want ze vragen slechts één uur per dag voor zichzelf of om zich te ontspannen.
" De helpenden helpen "
Mensen die een Alzheimerpatiënt helpen, laten zich bijstaan door gemiddeld twee personen. Ze vinden die in hun familie of bij de paramedische beroepen (verple(e)g(st)er, kinesist(e), ). In 75 % van de gevallen heeft de helpende ook psychologische begeleiding nodig voor zichzelf. Dat is normaal als je dag in dag uit moet samenleven met een patiënt van wie je bang bent dat zijn toestand zal verergeren (52 % van de gevallen) of zelfs dat hij zal sterven (12 %). Bovendien vrezen deze mensen dat ze niet meer opgewassen zullen zijn tegen hun taak (56 %), er alleen zullen voorstaan (20 %) of niets meer zullen kunnen doen voor de patiënt (12 %). Ondanks die vrees verklaart toch 48 % van de helpenden dat ze hun zieke tot het einde willen bijstaan. Toch denkt 64 % aan een opname in een instelling ingeval hij zijn taak niet meer de baas kan of als de toestand van de zieke zou verslechteren.