Het screenen op doofheid of slechthorigheid bij de geboorte bestaat nu al enkele jaren, maar is niet verplicht.
Voor de screening er kwam, werd de diagnose van doofheid vaak te laat gesteld. Kinderen liepen daardoor op school vaak leerachterstand op. Ouders met kinderen die geen neonatale screening hebben gehad, kunnen eventuele problemen zo herkennen.
Doofheid: welke problemen moeten u alarmeren?
Doofheid bij de geboorte: welke tekenen moeten u alarmeren?
Doofheid en hardhorigheid is niet zo gemakkelijk op te sporen als het misschien lijkt.
Hieronder vindt u enkele indicaties die u daarbij kunnen helpen.
Van 0 tot 3 maanden
- Geen reactie op geluiden en de stem.
- Het kindje schrikt niet op bij groot lawaai.
- Het slaapt altijd onverstoorbaar door.
- Let wel, ook in geval van doofheid, brabbelt een kind (het maakt geluidjes).
Vanaf 6 maanden
- Het kindje vormt geen klinkers.
- Als de bron van een geluid niet zichtbaar is, (stem, televisie ) gaat het er niet naar op zoek.
Tussen 9 en 12 maanden
- Het reageert niet op simpele bevelen die niet gepaard gaan met mimiek of gebarentaal (gebaar met de handen, teken met het hoofd, blik ).
- Het ontwikkelt geen babytaaltje: "ma-ma", "ba-ba", "ta-ta".
Vanaf 12 maanden
Het jargon van het kind bevat geen woorden die door de naaste omgeving begrepen worden: "mama",
"papa", enz.
Rond 18 maanden
- Het kind wijst de delen van het/zijn lichaam niet aan.
- Het vormt geen betekenisvolle woorden.
Met 2 jaar
- Het maakt geen verbindingen van 2 of 3 woorden, zoals bijvoorbeeld "papa weg werk".
- Het kan geen beelden benoemen.
Met 3 jaar
Het begrijpt geen complexe instructies.
Met 4 jaar
Articulatieproblemen.
4 jaar en ouder
- Het kind zet de televisie systematisch harder.
- Het draait zich niet om als de telefoon gaat.
- Het wordt niet wakker bij fel geluid.
- Het reageert minder op scherpe geluiden dan op lage geluiden.
- Het drukt zich vaak uit met gebaren.
- De boodschap moet vaak herhaald worden.
- Het antwoordt niet als het uit een andere kamer wordt aangesproken.
- Op school heeft het in alle vakken problemen.
Stoornissen in het gedrag
Kinderen die doof zijn of slecht horen, zijn vaak gespannen, nerveus en opgewonden omdat ze voortdurend op zoek
zijn naar informatie die niet toegankelijk voor hen is. Maar de extra energie die ze daarvoor nodig
hebben, vermoeit ze ook enorm.
Nog enkele andere gedragskenmerken die een lichtje moeten doen branden: een dromerig kind,
verstrooid, weinig interesse voor de verhaaltjes, angstig, geremd, maar ook gewelddadig of agressief,
soms ook met woedebuien.
Ouders die een of meerdere van deze kenmerken vaststellen, gaan beter meteen naar een NKO-arts om
het gehoor van hun kind te laten testen en de problemen te laten behandelen.
Persdossier Amplifon, 13 september 2007.