Een recent onderzoek toont aan dat diabetici die niet dol zijn op wiskunde ook patiënten zijn die hun diabetes minder goed onder controle hebben. Lijkt het verband tussen beiden ver gezocht? Niet noodzakelijk.

Wiskunde onder de knie
Diabetes is een chronische ziekte die voorkomt bij 5% van alle Belgen. De ziekte vereist een contante controle van de voeding en de behandeling en ook een goede samenwerking tussen arts en patiënt. Een chronische aandoening 'controleren' is meer dan het nemen van de juiste geneesmiddelen op het juiste ogenblik. In het geval van diabetes moet men bijvoorbeeld ook constant waakzaam zijn op het vlak van voeding. Zowel patiënten met type 1 als bepaalde diabetici met type 2 diabetes moeten regelmatig hun glycemie controleren (het bloedsuikergehalte). Dat kan met behulp van een glucometer (een toestelletje dat de glycemie meet op basis van een druppeltje bloed van een prik in een vinger bijvoorbeeld). Zo kan de patiënt de dosis insuline aanpassen in functie van de resultaten.
Goede leerlingen zijn beter gewapend
Een recent onderzoek toont aan dat patiënten die niet goed zijn in rekenen ook patiënten zijn die hun diabetes minder goed controleren. Ze zouden ook kampen met een tekort aan zelfcontrole en een lagere inschatting van hun efficiëntie. De zwakke aanleg voor rekenen zou ook gepaard gaan met minder aanleg voor lezen en schrijven. Zouden goede leerlingen dan beter gewapend zijn tegen diabetes? Je hoeft natuurlijk geen wiskundig genie te zijn, elke patiënt die het aantal calorieën van een zakje chips kan berekenen is al een goede patiënt! Je hoeft ook geen rekenknobbel te hebben om de meetresultaten van de glucometer te kunnen interpreteren om te weten of de dosis insuline of indien nodig de voeding moet aangepast worden. Het zijn berekeningen die heel eenvoudig lijken, maar die weinig mensen in het dagelijks leven moeten toepassen. Maar een diabetespatiënt mag geen enkele vergissing begaan