Dankzij de snelle vooruitgang in de chirurgie levert het corrigeren van gezichtsstoornissen almaar betere resultaten op. Cataractoperaties als gevolg van de vergrijzing komen veel voor en zijn in ons land de meest uitgevoerde ingreep. Bij deze operatie wordt de ooglens vervangen door een kunstlens of implantaat.
We bekijken de verschillende types implantaten.
Wat is cataract precies?
De ooglens is een heel krachtige lens die zich kan aanpassen aan de gezichtsafstand en ervoor zorgt dat we telkens scherp zien. Met de jaren kan die lens troebel worden. Dat is cataract. Die vertroebeling van de ooglens is een heel geleidelijk proces en leidt tot diverse gezichtsstoornissen: verslechtering van het zicht, verblinding, oncomfortabel zicht, het gevoel dat de bril vuil is, mist voor de ogen, kleuren die veranderen (geler worden), enz.
Cataract is helaas niet te stoppen. Maar er bestaat tegenwoordig wel zoiets als refractieve chirurgie en er zijn heel goed werkende implantaten die de vertroebelde ooglens kunnen vervangen en uitstekende resultaten bieden. Nog beter zelfs: de implantaten kunnen tegelijk een andere gezichtsstoornis corrigeren, zoals slecht zicht van dichtbij of van ver of beide tegelijk!
In België worden almaar meer cataractoperaties uitgevoerd. Elk jaar zijn er 70.000 tot 80.000 ingrepen, dat is het hoogste cijfer in de westerse landen. De gemiddelde leeftijd voor de operatie ligt hoog, maar bij de beslissing of er al dan niet een ingreep moet komen moet niet de leeftijd de belangrijkste factor zijn, maar de dagelijkse visuele hinder. Het gezichtsvermogen is een cruciale factor in het in stand houden van de autonomie van bejaarden en in de preventie van valpartijen in deze leeftijdsgroep. Te lang wachten heeft dus geen zin en is zelfs gevaarlijk.
De cataractoperatie: elk implantaat heeft zijn eigen kenmerken
Bij een cataractoperatie wordt de troebele ooglens volledig of gedeeltelijk verwijderd en vervangen door een implantaat. Afhankelijk van het individuele geval zal het implantaat alleen de cataract corrigeren of nog een bijkomend refractief probleem zoals presbytie (verziendheid), myopie (bijziendheid) of hypermetropie. De patiënt heeft dan geen bril meer nodig om ver, dichtbij of ver en dichtbij te zien. Daarvoor bestaan meerdere types van implantaten.
Monofocaal implantaat
Behalve cataract kan deze kunstlens nog één enkele gezichtsafstand corrigeren, het zicht van dichtbij of het zicht van ver. Iemand die dus zowel van dichtbij als ver slecht ziet, zal in overleg met de chirurg de gezichtsafstand moeten kiezen die met het implantaat gecorrigeerd moet worden. Als er bijvoorbeeld gekozen wordt voor het zicht van ver, zal de patiënt nog een bril moeten dragen om van dichtbij te zien. Dit implantaat wordt grotendeels terugbetaald door het ziekenfonds.
Multifocaal implantaat
Met dit implantaat kunnen tezelfdertijd verschillende gezichtsafstanden gecorrigeerd worden waardoor een bril overbodig wordt. Almaar meer mensen kiezen daarom voor deze kunstlens, ook al moet de verzekerde zelf een deel van de kosten van het implantaat dragen.
Société française d’ophtalmologie, 121ème Congrès de la Société Française d’Ophtalmologie, du 9 au 12 mai 2015, www.sfo.asso.fr.KCE reports vol.42 B
