In heel wat zaken uit ons dagelijkse leven zitten brandvertragers. Je vindt ze in pc’s, kleren, tapijten, zetels, matrassen, maar ook in verf en isolatiemateriaal. Wetenschappers maken zich zorgen om deze stoffen. Sommige ervan zijn intussen verboden. Maar ze komen almaar massaler in het milieu terecht en zitten nu ook al in onze voeding. Om welke brandvertragers gaat het en waar zitten ze zoal in? Welk effect hebben ze op onze gezondheid? Een kennismaking met deze chemische brandwerende stoffen.

Brandvertragers zitten in alles
Brand- of vlamvertragers zijn stoffen die tijdens de productie van een materiaal aan dat materiaal worden toegevoegd om het vuurbestendig te maken en te voldoen aan de normen inzake brandveiligheid. Men wil zo het risico beperken dat een kledingstuk, zitbank, televisietoestel, elektrisch toestel, elektronica of een bepaald bouwmateriaal vuur vat. Een vlamvertrager verhindert trouwens niet alleen dat iets vuur vat, maar vertraagt ook de verspreiding van het vuur.
Brandvertragers in huis
De meeste voorwerpen bij ons thuis bevatten tegenwoordig brandvertragers. Ze zitten in plastic materialen, elektrische apparaten en huishoudtoestellen, elektronica (kabels, pc’s, televisietoestellen), kleren, tapijten, meubelstoffen, meubels, schuimrubber en vulstoffen, isolatiemateriaal, verf, sommige bouwmaterialen, enz.
Wat zijn de risico’s voor onze gezondheid?
Grond, lucht en water: brandvertragers hopen zich op in het milieu
Het toenemende gebruik van brandvertragers heeft het aantal woningbranden de afgelopen decennia doen dalen. Maar tegelijk zijn deze stoffen zich gaan ophopen in het milieu (bodem, lucht, water) en in levende organismen, vooral dan in de vetweefsels. De bevolking wordt er dus almaar meer aan blootgesteld. Omdat deze brandwerende stoffen potentieel gevaarlijk zijn voor de gezondheid, heeft de Europese Unie de productie en het gebruik van bepaalde van deze ingrediënten gereglementeerd.
Lever- en schildklieraandoeningen en neurologische gedragsstoornissen
Sommige brandvertragers met broom zijn persistente organische verontreinigende stoffen (organische stoffen die biologisch slecht afbreekbaar zijn) en waar de consument aan kan worden blootgesteld, bijvoorbeeld door het eten van voedingsmiddelen van dierlijke herkomst. Andere brandvertragers ontregelen de hormoonhuishouding en kunnen de vruchtbaarheid aantasten. Volgens Ineris zouden sommige brandvertragers (PBDE) «mogelijk het endocriene stelsel van zoogdieren verstoren. Ze tasten vooral de lever- en schildklierfunctie aan, wat zich uit in groeiachterstand, een tragere seksuele ontwikkeling en schade aan het zenuwstelsel (neurologische gedragsstoornissen) bij foetussen en pasgeborenen».
Gevaar door ophoping
De effecten op de mens zijn nog niet zwart-op-wit bewezen. Maar door de ophoping van bronnen waaraan we worden blootgesteld, is er een reëel gevaar te vrezen. Momenteel loopt er een tien jaar durend onderzoek naar de concentratie broompolymeren in het milieu. Daarnaast is men ook gestart met de biomonitoring van decabroomdifenylether in het bloed en de moedermelk van mensen.
Anses, Avis du 14 septembre 2012, http://www.anses.fr/sites/default/files/documents/RCCP2010sa0225.pdf. Afssa, 24 juillet 2006, http://www.anses.fr/sites/default/files/documents/RCCP2005sa0090.pdf. Ineris, 6 mars 2013, http://www.ineris.fr/centredoc/cp-retardateurs-flammes-bromes-1362565426.pdf.