Alle vrouwen krijgen vanaf hun vijftigste een uitnodiging om een mammografie te laten uitvoeren in het kader van het nationale georganiseerde opsporingsonderzoek voor borstkanker.
Maar er zijn ook andere risicofactoren die een vroeger begin van de screeening eventueel kunnen verantwoorden.
Zeven risicofactoren vragen om een specifieke screening
In Frankrijk heeft de Hoge Gezondheidsraad de 69 factoren onderzocht die door de wetenschappelijke literatuur gelinkt worden aan borstkanker. Alles samen werden er zeven risicofactoren geïdentificeerd:
- Persoonlijke voorgeschiedenis van een borsttumor.
- Voorgeschiedenis van radiotherapie van de borstkas.
- Gevallen in de familie van borstkanker (maar niet allemaal).
Risicofactoren die een vroegtijdige of specifieke screening niet verantwoorden
Tijdens dit onderzoek heeft de HGR tal van andere risicofactoren kunnen uitsluiten.
Enkele daarvan zijn:
- de grootte van de borsten,
- grotere borstdensiteit na de menopauze,
- bepaalde borstletsels,
- het dragen van een siliconen prothese,
- de pil,
- eerste zwangerschap op latere leeftijd,
- hormonale substitutietherapie,
- obesitas,
- diabetes,
- consumptie van bepaalde voedingswaren (koffie, thee, tomaten, pompelmoes),
- alcohol of roken.
Geen van deze risicofactoren is afzonderlijk gezien een reden om over te gaan tot een vroegtijdige (voor 50 jaar) of specifieke screening.
Communiqué de presse de la HAS, 19 mai 2014, http://www.has-sante.fr/portail/jcms/c_1741484/.