Astma: wat we erover moeten weten
Geüpdatet door Medica Press
op 09/02/2011 - 14h21
Astma is een aandoening van de luchtwegen, gekarakteriseerd door aanvallen van 'naar adem snakken' vanwege een krampachtige afsluiting of vernauwing van de kleine luchtwegen (bronchiën, bronchiolen), dus diep in het longweefsel, vlak voor de longblaasjes, waar de eigenlijke ademhaling plaatsvindt.
1. Inleiding
In het medische vakjargon spreekt men van asthma bronchiale, omdat de benauwdheid door een aandoening van de bronchiën wordt veroorzaakt, in tegenstelling tot asthma cardiale, waarbij de aanvallen van benauwdheid door hartzwakte worden veroorzaakt. Bij aandoeningen van de luchtwegen staan vaak kortademigheid, benauwdheid en pijnklachten op de voorgrond. Bij het vaststellen van de ziektegeschiedenis zal de arts een groot aantal vragen stellen (anamnese) teneinde een inzicht in het ziektebeeld te verkrijgen.
2. Verschijnselen
Astma wordt gekenmerkt door aanvallen van beklemming in keel of borst met een gevoel van verstikking, moeizame piepende ademhaling, waarbij vooral de uitademing moeilijk is en hoestbuien optreden. De in aanvallen optredende vernauwing of afsluiting van de kleinste vertakkingen uit zich altijd in een bemoeilijkte uitademhaling. Bij astma kan men een drietal factoren verantwoordelijk stellen voor het ontstaan van de aanvallen van benauwdheid:
- kramp (spasme) in de kleine spieren van de kleinste luchtpijpvertakkingen (bronchospasmen);
- zwelling door stijging van vocht in de luchtwegen;
- toenemen van de hoeveelheid slijm in de luchtwegen.
Een belangrijk kenmerk is het in aanvallen optreden van de benauwdheid. De ene aanval is van de andere gescheiden door een kortere of langere periode waarin het de volwassene of het kind heel goed gaat en waarbij ook objectief geen afwijkingen zijn te constateren. Natuurlijk zijn er patiënten bij wie de aanvallen elkaar zeer snel opvolgen; ook komt het voor dat de ziekte onafgebroken voortduurt, nu eens in lichtere dan weer in ergere mate. Men krijgt meestal plotseling, soms ook langzaam opkomend, het gevoel niet voldoende lucht te kunnen krijgen. Men moet zeer ingespannen ademhalen en doet dit, onbewust, door tevens gebruik te maken van andere spieren dan die welke gewoonlijk voor de ademhaling dienst doen, de zogenaamde hulpademhalingsspieren. Het kind of de oudere patiënt steunt daarbij vaak gemakshalve met handen en ellebogen op een stoel of tafel en fixeert zijn schoudergordel. De hulpademhalingsspieren, die in hals en nek lopen en schoudergordel met borstkas verbinden, trekken zich bij elke inademing samen en tillen de borstkas op tot een hoger niveau; een niveau waarop de astmapatiënt door zijn ademnood is gedwongen adem te halen. In boven geschetste houding worden de longen ruimer en de doorgang van de luchtpijpen vergroot, hetgeen de patiënt in deze toestand nodig heeft. Dit ingespannen ademhalen gaat meestal gepaard met een piepend, zagend geluid, soms ook met hoestbuien, die de patiënt nog benauwder maken. Veel aanvallen verlopen lichter en duren slechts kort; heel vaak treedt een aanval 's ochtends bij het ontwaken op om na enige minuten, soms enige uren, vanzelf op de houden. De rest van de dag is men dan aanvalsvrij. Zo is het ook met kortere aanvallen die 's avonds plegen op te treden, vlak voor het naar bed gaan of even daarna. Het komt voor dat men tijdens de slaap door een hevige aanval wordt getroffen. Men kan niet doorslapen, maar moet rechtop gaan zitten of uit bed gaan. Langdurige astma-aanvallen kunnen invloed hebben op de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Algemene slapte, vermagering, moeheid en lusteloosheid kunnen het gevolg ervan zijn. Zelfs kan astma op den duur leiden tot star worden van de borstkas en blijvende uitrekking van de longblaasjes, het zogenoemde emfyseem. Gelukkig komen deze laatste blijvende veranderingen bij een tijdige en adequate behandeling slechts zelden voor. Als ze voorkomen, bemoeilijken zij de ademhaling nog meer en leiden ze tot een voortdurende kortademigheid. Kortademigheid en aanvallen van benauwdheid zijn in het algemeen de belangrijkste klachten. Toch kunnen bijvoorbeeld klachten van kortademigheid de arts op een dwaalspoor brengen. Zo komt kortademigheid ook voor bij hartklachten en het hyperventilatiesyndroom. Dit laatste ziektebeeld berust meestal op een psychisch probleem. De kenmerken van kortademigheid bij dit syndroom zijn: - nauwelijks enige relatie met inspanning; - uitgelokt door emotie; - in rust optredend; - beschreven als moeite de lucht naar binnen te krijgen; - duidelijk wisselend in tijd, zelfs binnen minuten; - verbetert niet door met roken te stoppen; - treedt vaak op tijdens een gesprek; - verbetert door kalmeringsmiddelen en alcohol; - verbetert niet door sputum op te hoesten. De aard van deze klachten is geheel anders dan die welke voorkomen bij aandoeningen van de luchtwegen; toch is bij beide kortademigheid of benauwdheid de voornaamste klacht. Alleen door zorgvuldig vragen te stellen kan de arts hier achter komen.
Initialement publié par Medica Press
le 19/02/2003 - 00h00
et mis à jour par Medica Press
le 09/02/2011 - 14h21