De frequentie en de ernst van allergieën nemen alleen maar toe. Of het nu om allergische rhinitis gaat, een voedselallergie of ook astma, het zijn aandoeningen die het dagelijks leven behoorlijk belasten, zowel thuis als op het werk.

1) Er zijn verschillende soorten rhinitis.
Er is allergische rhinitis, maar er is bijvoorbeeld ook rhinitis die veroorzaakt wordt door een infectie.
2) Sommige allergieën verdwijnen spontaan.
Niet meer dan 10% van de allergieën verdwijnt spontaan. Dat is bijvoorbeeld het geval bij kinderen die allergisch zijn aan eieren en koemelk.
3) De meeste astmapatiënten hebben ook last van allergische rhinitis.
Acht astmapatiënten op de tien kampen ook met allergische rhinitis en 25% van patiënten met allergische rhinitis hebben ook astma. Beide ziekten kunnen tegelijkertijd optreden, maar meestal krijgt de patiënt met allergische rhinitis pas na een aantal jaren astma.
4) Een allergie kan vastgesteld worden voor de leeftijd van vijf jaar.
De diagnose van allergie kan op elke leeftijd gesteld worden via wat men een allergologisch onderzoek noemt.
5) Een voedselallergie kan een teken zijn van astma.
De aanwezigheid van een voedselallergie kan een voorteken zijn van astma.
6) Luchtvervuiling veroorzaakt geen allergieën.
Luchtvervuiling en alle verontreinigende stoffen zoals sigaren- en sigarettenrook, zijn factoren die astma en andere ademhalingsaandoeningen erger maken, maar ze zijn er niet de oorzaak van.
7) Een allergie kan dodelijk zijn.
Een anafylactische shock kan dodelijk zijn als er niet meteen ingegrepen wordt en ook astma maakt elk jaar nog dodelijke slachtoffers.
8) Allergische rhinitis is niet goedaardig.
Het is een aandoening die tot astma kan leiden. De ziekte moet dan ook vastgesteld en behandeld worden.
9) Rhinitis kan intermitterend zijn of persistent (zonder onderbrekingen).
Men stelt dat rhinitis intermitterend is wanneer ze optreedt gedurende minder dan drie weken per jaar of minder dan drie dagen per week.
De ziekte wordt persistent genoemd wanneer ze zich meer dan vier weken per jaar manifesteert en meer dan vier dagen per week.
10) Een voedselallergie uit zich niet bij het eerste contact met het allergeen voedingsmiddel.
Met de uitzondering van kruisallergieën, uit een voedselallergie zich na een sensibilisatiefase, met andere woorden: na verschillende keren in contact geweest te zijn met het bewuste voedingsmiddel.
11) Allergische rhinitis maakt het risico op astma drie keer groter.
U moet ook weten dat rhinitis de ernst van astma kan doen toenemen als ze niet behandeld wordt.
12) Voedingsmiddelen kunnen allergieën veroorzaken.
De belangrijkste voedselallergenen zijn: eieren, melk, pindanoten, gedroogd fruit, exotisch fruit, vis, weekdieren, schaaldieren, soja, kruiden, specerijen en granen.
Persdossier van het UCB Instituut voor Allergie, maart 2007.