Veel vrouwen zouden graag van anticonceptiemethode veranderen. Dat blijkt uit een grootschalige Europese studie. Maar de nieuwe alternatieven die al tien tot vijftien jaar op de markt zijn, slaan blijkbaar niet aan.
Pil en condoom: de eerste vormen van anticonceptie
Volgens een recente studie die door geneesmiddelenfabrikant MSD werd verricht, nemen 71% van de vrouwen die een anticonceptivum nemen de pil (in combinatie met of zonder oestrogenen). Op de tweede plaats van de anticonceptiva komt het mannelijke condoom. Conclusie: de anticonceptiemethodes die op dit moment het populairst zijn, gaan respectievelijk al meer dan vijftig jaar (de pil) en al meer dan een eeuw mee (het rubberen condoom).
Er zijn nochtans alternatieven, zoals het spiraaltje - dat ook al lang bestaat - en de diverse vormen van hormonale anticonceptie die de voorbije tien tot twintig jaar op de markt zijn gekomen: de hormonale patch of pleister, het implantaat (hormoonstaafje) en de vaginale ring. Uit dezelfde studie blijkt dat 22% van de vrouwen niet tevreden zijn met hun anticonceptivum; 60% wil meer informatie over andere anticonceptiemiddelen.
Betrouwbaarheid, gebruiksgemak en comfort van de anticonceptiva
Wat de vrouwen vooral van hun anticonceptie verwachten, is betrouwbaarheid – wat logisch is. Helaas is het mannelijke condoom, de nummer twee van de gekozen methodes, niet echt betrouwbaar (15 zwangerschappen per 100 vrouwen die een jaar lang het condoom hebben gebruikt).De pil is met 8 zwangerschappen per 100 vrouwen een pak betrouwbaarder, maar blijft toch nog veel minder veilig dan het spiraaltje of het implantaat: bij allebei is de kans op een zwangerschap lager dan 0,1 %. Het gebruiksgemak is het tweede aangevoerde argument. De pil is alvast niet erg ingewikkeld in gebruik. Het enige nadeel is dat vrouwen er elke dag aan moeten denken om ze te nemen. Een op de twee vrouwen vindt dat er te veel aan. Daarom zijn veel vrouwen belangstelling gaan tonen voor methodes waar ze maar één keer per week of per maand (hormonale pleister en vaginale ring) of nog minder vaak (implantaat en spiraaltje) aan moeten denken. Die methodes zijn allemaal minstens even betrouwbaar als de pil.
Mansour, D., Int J Womens Health. 2014; 6: 367–375.
Communiqué MSD.