Ernstige anorexia nervosa leidt vaak tot een vraag naar ziekenhuisopname, waardoor de patiënt weggerukt wordt uit het gezin. Is dit dubbele isolement - zowel van het tienermeisje als van haar ouders - wel noodzakelijk?

Of de anorexiepatiënte weg moet uit het gezin, hangt af van de leeftijd. Bij zeer jonge kinderen of kinderen in de prepuberteit, die affectief onrijp zijn, kan er immers legitieme scheidingsangst ontstaan, waardoor de behandeling nutteloos wordt. Scheiding is daarentegen wel aanbevolen voor tienermeisjes met ernstige anorexia, d.w.z. meisjes die hun ziekte radicaal ontkennen en zo erg ondervoed zijn dat ze dringend behandeld moeten worden. De adolescentie is een cruciale periode waarin zich spontaan de fysieke en psychische scheiding voltrekt met de ouders. Bovendien is die scheiding noodzakelijk door de lichamelijke veranderingen die zich voltrekken, want alleen door zich los te maken van de ouders kan de tiener zichzelf worden. Anorexia tijdens de puberteit is precies een uiting van dat conflict. Tienermeisjes met anorexia weigeren hun vrouwenlichaam te aanvaarden en proberen hun secundaire geslachtskenmerken "uit te wissen" door te vermageren, om toch maar het kind van hun ouders te kunnen blijven. Het kind wegnemen uit het gezin helpt ook de ouders, zonder hen te culpabiliseren, zodat ze op de juiste manier kunnen reageren. Anorexia moet in die zin beschouwd worden als een sociale ziekte die het tienermeisje dreigt te vervreemden van haar gezin. Vandaar dat scheiding een therapie is om de ouders en de omgeving op adem te doen komen, zodat ze nadien met een "schone lei" kunnen beginnen. Op die manier kunnen ze rustig nadenken en worden de angst en de agressie getemperd. Tegelijk kan de band tussen ouders en kind hechter worden. In sommige gevallen kunnen regelmatig gezinsgesprekken georganiseerd worden.
Het hospitalisatiecontract
Is gebaseerd op twee ijkpunten. Het eerste komt overeen met een periode waarin de jonge patiënte gescheiden wordt van haar vertrouwde omgeving en nieuwe relaties kan opbouwen, zowel met het verzorgende team als met de andere patiënten. Het is daarbij de bedoeling dat ze leert te functioneren buiten het gezinsmilieu en een fysieke en psychische "privé-ruimte" ontwikkelt waarin ze zich kan ontplooien en zich niet langer verzet tegen haar groeiproces. Het tweede ijkpunt komt overeen met het ontslag. Nadat de symptomen verdwenen zijn, blijft de ziekte als zodanig vaak nog diep verankerd in het bewustzijn. Ze ontwikkelt zich in de kinderjaren en kan later terugkeren. In die zin vormt ziekenhuisopname een stimulans en biedt ze nieuwe perspectieven. Dat is ook de reden waarom er systematisch gezinsgesprekken worden voorgesteld. Bovendien moeten anorexiapatiëntes jarenlang gevolgd worden.