Er is een gen ontdekt dat genetisch voorbestemt voor angst en depressie. Deze ontdekking zou een genetische test kunnen opleveren om de doeltreffendheid van de behandelingen te voorspellen.
Genetische voorbestemdheid voor depressie en angst
Ons DNA codeert voor een gen, BDNF genoemd (neurotrofe factor). Dat gen produceert een stof die noodzakelijk is voor de hersenen en bijdraagt tot de overleving en de ontwikkeling van de neuronen. Welnu, daarbij is gebleken dat dit gen bij sommige personen ietwat verschillend is. Het gaat hier om een variant van het BDNF-gen. Typisch voor die personen is dat hun hippocampus kleiner is dan normaal. De hippocampus is een specifieke hersenzone die een rol speelt bij het geheugen. En inderdaad: deze mensen presteren minder goed bij sommige geheugentests.
Onderzoekers kwamen op het idee om transgene muizen te ontwikkelen die drager zijn van die variant. Ze stellen daarbij vast dat de dieren, net als mensen, een kleine hippocampus hebben en dat hun geheugenfunctie verstoord is. Bovendien hebben ze een lager BDNF-gehalte in de hersenen. Daarnaast werden de dieren blootgesteld aan stressvolle omstandigheden van het conflicttype. En wat blijkt: transgene muizen vertonen een veel angstiger gedrag dan normale muizen.
De auteurs besluiten daaruit dat deze variant van het BDNF-gen genetisch zou kunnen voorbestemmen voor angst en depressie.
Voorspelling van de doeltreffendheid van antidepressiva
Maar dat is nog niet alles. Uit de studie blijkt namelijk dat de angstvorm die muizen ontwikkelen, niet reageert op de klassieke behandeling met antidepressiva (serotonineheropnameremmers).
De variant van het BDNF-gen zou dus kunnen verklaren waarom sommige depressiepatiënten resistent zijn tegen de klassieke antidepressiva.
Al die bevindingen wijzen erop dat er een diagnostische test zou kunnen worden ontwikkeld om de variant van het BDNF-gen op te sporen en op die manier depressiepatiënten te identificeren die niet gevoelig zijn voor de klassieke antidepressiva. Ze zouden dan meteen een ander middel kunnen krijgen.
Verder zouden er ook geneesmiddelen kunnen worden ontwikkeld om het BDNF-gehalte in de hersenen te verhogen en zo depressie en angst te bestrijden.