PUBLICITÉ

Alles weten over dementie

Geüpdatet door Medica Press op 09/02/2011 - 13h37
-A +A

In algemene termen kan dementie het beste worden omschreven als een ziekte waarin het gehele geestelijk functioneren sterk is achteruitgegaan, zodanig dat het normale, zelfstandige leven niet meer mogelijk is.

PUB

1. Definitie

Dementie is niet één bepaalde ziekte met één bepaalde oorzaak, het is een verzameling van symptomen of verschijnselen, die wijzen op een achteruitgang van het geestelijk functioneren. Het is veel meer een toestand op een bepaald tijdstip, een momentopname. Dementie wordt beschouwd als een klinisch syndroom, dat tot uiting komt in een stoornis van het gedrag. Syndroom betekent in dit verband dat dementie géén omschreven ziekte is, maar een cluster van bij elkaar behorende ziekteverschijnselen. Cognitieve functies Kenmerkend is de achteruitgang van twee of meer cognitieve functies waarbij één van beide functies een stoornis is van het geheugen. Cognitie is een zeer breed begrip waaronder verstaan wordt het vermogen om dingen te leren kennen. Waarnemen, taal, redeneren, geheugen en denken vallen onder de cognitieve functies. Als het om de psychologische en fysiologische kenmerken van onze hersenen gaat onderscheidt men naast cognitieve functies ook connatieve functies - willen en handelen - en verder ook affectieve functies: gevoelens van velerlei aard. De cognitieve stoornissen in geval van dementie dienen zo ernstig te zijn dat er problemen ontstaan in het dagelijks functioneren. Als uitsluitend geheugenstoornissen bestaan, of cognitieve defecten die het dagelijks functioneren niet of nauwelijks hinderen, is het begrip dementie niet op zijn plaats. Diagnose Wanneer dementie bij ouderen wordt vermoed, moet altijd nog gedacht worden aan de mogelijkheid van een delier (acute verwardheid) of een depressie. De diagnose dementie vindt plaats op klinische gronden, waarbij inzicht in het ziekteverloop via een zorgvuldig opgenomen verslag van de patiënt en zijn familie essentieel is. Neurologisch, neuropsychologisch en psychiatrisch onderzoek is noodzakelijk om de diagnose te kunnen stellen. Het is van belang dat de diagnose niet alleen gesteld wordt op basis van bijvoorbeeld een scan of ander specifiek medisch onderzoek. Zo'n onderzoek rechtvaardigt niet de diagnose dementie; het totale beeld van de patiënt en vooral zijn gedragspatroon is van essentiële betekenis. Na het stellen van de diagnose met behulp van andere informatie, wordt vaak een bruikbare indicatie verkregen voor de ernst van de stoornis door de mate waarin de activiteiten van de persoon met betrekking tot zijn of haar werk, gezin of vrije tijd gehinderd worden of zelfs onmogelijk zijn. Algemene kenmerken Dementie wordt gekenmerkt door achteruitgang van de verstandelijke vermogens en het intellect, door aftakeling (verval, degeneratie, verlies aan cellen) van hersenweefsel, door een ziekteproces in de hersenen of door een hersenbeschadiging. Dementie hangt samen met het verlies van hersensubstantie (degeneratie, trauma, bloeding, ontsteking, gezwel, enzovoort). Dement gedrag wordt echter soms niet uitsluitend door cerebraal verval bepaald: isolement en verwaarlozing van bejaarden kunnen een belangrijk aandeel in het verval leveren. De dagelijkse zelfredzaamheid wordt door de dementie duidelijk beperkt. Dementie en vergeetachtigheid Er is een groot verschil tussen de mate waarin vergeetachtigheid en dementie voorkomen. Vergeetachtigheid is iets waar bijna iedereen last of hinder van heeft. Dementie daarentegen komt veel minder vaak voor. Vergeetachtigheid slaat uitsluitend op het geheugen. De hersenen hebben evenwel méér functies dan alleen het geheugen. Bij dementie zijn er dan ook meer problemen dan alleen vergeetachtigheid. Bij dementie gaat het om een ernstige vorm van vergeetachtigheid. Dit is dus niet te vergelijken met af en toe niet op bepaalde woorden kunnen komen.

2. Typen

Men maakt onderscheid in een vijftal hoofdtypen van dementie:

  • dementie van het Alzheimer-type (60 procent);
  • vasculaire dementie (15 procent);
  • dementie door andere somatische aandoeningen,

bijvoorbeeld: - HIV-ziekte; - schedelletsel; - ziekte van Parkinson; - ziekte van Huntington; - ziekte van Pick; - hydrocefalus; - verlaagde schildklierwerking; - hersentumor; - enzovoort;

    • persisterende dementie door middelen teweeggebracht:
    • - alcohol; - bepaalde psycho-actieve geneesmiddelen; - bepaalde typen drugs;
    • dementie door multiple oorzaken:
    • zoals een combinatie van Alzheimer met vasculaire dementie.

Dementie van het Alzheimer-type

      Dementie van het Alzheimer-type wordt gekenmerkt door de ontwikkeling van multiple cognitieve stoornissen die zichtbaar worden door:
    • geheugenstoornissen (verminderd vermogen nieuwe informatie te leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren);
    • een (of meer) van de volgende cognitieve stoornissen:
    • - afasie (spraak- en taalstoornis); - apraxie (verminderd vermogen motorische handelingen uit te voeren ondanks intacte motorische functies); - agnosie (onvermogen objecten te herkennen of thuis te brengen ondanks intacte sensorische functies); - stoornis in uitvoerende functies (dat wil zeggen plannen maken, organiseren, logische gevolgtrekkingen maken, abstraheren). Deze cognitieve stoornissen veroorzaken elk een wezenlijke beperking in het sociaal of beroepsmatig functioneren en betekenen een duidelijke beperking ten opzichte van het vroegere functioneren. Het beloop wordt gekenmerkt door een geleidelijk begin en progressieve cognitieve achteruitgang.

Vasculaire dementie

    Vasculaire dementie ontstaat op basis van vasculaire cerebrale stoornissen (vroeger multi-infarct dementie genoemd) gekenmerkt door de ontwikkeling van multiple cognitieve stoornissen die zichtbaar worden door:
  • geheugenstoornissen (verminderd vermogen nieuwe informatie te leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren);
  • een (of meer) van de volgende cognitieve stoornissen:

- afasie (zoals spraak-en taalstoor--nis); - apraxie (verminderd vermogen motorische handelingen uit te voeren ondanks intacte motorische functies); - agnosie (onvermogen objecten te herkennen of thuis te brengen ondanks intacte sensorische functies); - stoornis in uitvoerende functies (dat wil zeggen plannen maken, organiseren, logische gevolgtrekkingen maken, abstraheren). Deze cognitieve stoornissen veroorzaken elk een wezenlijke beperking in het sociaal of beroepsmatig functioneren en betekenen een duidelijke beperking ten opzichte van het vroegere niveau van functioneren. Het beloop wordt gekenmerkt door een geleidelijk begin en progressieve cognitieve achteruitgang. Er zijn focale neurologische verschijnselen en klachten aanwezig die een indicatie zijn van multiple infarcten in de hersenschors en de onderliggende hersengebieden, zoals bijvoorbeeld: - verhoging van de diepe peesreflexen; - reflex van Babinski; - loopstoornissen; - gedeeltelijke verlamming van een extremiteit. Dementie door andere somatische aandoeningen Hiervoor geldt dezelfde omschrijving als voor het Alzheimer-type, met de toevoeging dat er aanwijzingen zijn vanuit de anamnese, het lichamelijk onderzoek of de laboratoriumuitslagen, dat de stoornis veroorzaakt is door de directe gevolgen van een van de genoemde somatische aandoeningen, zoals HIV-infectie, ziekte van Parkinson enzovoort. Persisterende dementie door middelen teweeggebracht Hiervoor geldt dezelfde omschrijving als voor het Alzheimer-type, met de toevoeging dat er aanwijzingen zijn vanuit de anamnese, het lichamelijk onderzoek of de laboratoriumuitslagen, dat de stoornis mede veroorzaakt is door langer bestaand middelengebruik (bijvoorbeeld een drug, geneesmiddel).

Initialement publié par Medica Press le 10/03/2003 - 00h00 et mis à jour par Medica Press le 09/02/2011 - 13h37
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ