Alles wat je moet weten over luizen

Wat u moet weten over besmetting door luizen

• Besmetting gebeurt via direct contact met het haar van iemand die luizen heeft.
• Luizen indirect 'doorgeven' door de uitwisseling van een pet of een muts is mogelijk, maar zeldzaam.
• In tegenstelling tot vlooien springen luizen meestal niet van het ene hoofd op het andere.
• Luizen hebben geen last van water en zeep. Luizen hebben of niet heeft dus niets met hygiëne te maken. Iedereen kan luizen krijgen, ongeacht het milieu of de persoonlijke hygiëne. Eén enkel direct lichamelijk contact met een besmette persoon kan al voldoende zijn.
• De enige risicofactor is dus de groep, de gemeenschap, het samenzijn. Dat is waarschijnlijk de reden waarom volwassenen minder last van luizen hebben dan kinderen. De reden waarom meisjes vaker dan jongens last hebben van luizen heeft waarschijnlijk te maken met hun spelletjes. Bij het spel komen meisjes blijkbaar meer in de buurt van elkaars hoofd. Eén enkel kind met luizen is al voldoende om een hele klas, een groep kinderen op kamp of een heel gezin te besmetten.

Hoe komt u te weten of een kind luizen heeft?

• Herken het eerste alarmsignaal, namelijk herhaaldelijke jeuk van de hoofdhuid, in het bijzonder in de nek, aan de slapen en rond de oren.
• Onderzoek de hoofdhuid aandachtig, in het bijzonder daar waar het jeukt, en zoek de neten en de volwassen luizen. Enkel door de aanwezigheid van levende neten, bent u er zeker van dat er sprake is van een besmetting. Zij hebben een karamelkleur en zien er glanzend uit, terwijl dode neten wit en verder van de hoofdhuid verwijderd zijn. Levende volwassen luizen zijn minder goed zichtbaar. Daarvoor gebruikt u bij voorkeur een luizenkam op nat haar.

• 1
• 2
• Volgende pagina