Algodystrofie is een pijnlijk syndroom aan hand, voet, of een heel lidmaat dat gepaard gaat met motorische en trofische (betreffende de voeding van de weefsels) stoornissen en een uitgesproken ontkalking van de botmassa. Achter de term algodystrofie schuilen ook aandoeningen als Sudeck-atrofie, voorbijgaande osteoporose, het schouder-hand syndroom, capsulitis, enz.

Wat is algodystrofie?
Bij algodystrofie speelt het sympathisch zenuwstelsel een rol, maar wat de oorzaak daarvan is, weet men niet. Daarom is een strikt behandelingsprotocol niet voorhanden. Meestal treedt de aandoening op tussen de leeftijd van 35 en 65 jaar, maar ze kan ook voorkomen bij jongeren en ouderen. Het gaat om een onvoorspelbare verwikkeling na een trauma (fractuur, verzwikking, enz.) of een chirurgische ingreep, maar soms valt er ook geen precieze oorzaak aan te wijzen.
Klinisch verloopt de ziekte in twee fases: de ene fase wordt warm genoemd en de andere koud. De pijn treedt brutaal op ter hoogte van het geraakte gewricht en wordt uitgelokt door een beweging of door plaatselijke druk, maar de pijn kan ook intens en aanhoudend zijn. De pijn is diffuus en kan een branderig gevoel geven of dat van een elektrische schok. Progressief treedt de pijnlijke verschrompeling op van hand, voet of een heel lidmaat. Daarbij stelt men een uitgesproken ontkalking van de botmassa op die in een eerste tijd gepaard gaat met oedeem (zwelling van de zachte weefsels) en een plaatselijk warmtegevoel.
In tweede instantie treedt een koudegevoel op en gaat het weefsel dat aan de basis ligt van de gewrichtspijn, samentrekken. De diagnose is gebaseerd op de bijzondere aard van de pijn en de stoornissen.
De botaandoeningen kunnen al in een vroeg stadium opgespoord worden dankzij de ossale scintigrafie. Bij dat onderzoek wordt een radioactieve stof (die technetium bevat) ingespoten die zich op de botmassa vastzet. In geval van algodystrofie zal het geraakte lichaamsdeel meer radioactief product vasthouden. De vroegtijdige diagnose is erg belangrijk omdat zo al snel een doeltreffende behandeling kan ingesteld worden.
De behandeling van algodystrofie
- Voor de behandeling wordt een beroep gedaan op geneesmiddelen en op kinesitherapie. Het doel is dubbel: de pijn verlichten en de functionaliteit herstellen. Om de pijn te verlichten moet het geraakte lidmaat in de eerste plaats rusten. Daarna worden pijnstillers toegediend, niet-steroïdale ontstekingsremmers, plaatselijke corticotherapie en soms ook antidepressiva.
- Daarnaast moet de kinesitherapie moet pijnloos en progressief zijn en aanhouden tot de functionaliteit hersteld is. De therapie moet ook de pijn bestrijden en de gewrichtsamplitudes herstellen. Kinesitherapie mag wel pas vanaf het ogenblik dat de pijn voldoende onder controle is. Is dat niet het geval dan kan de therapie de toestand verergeren.
In 60 à 75% van de gevallen verdwijnt algodystrofie spontaan en zonder letsels na 6 à 18 maanden, maar in 25 à 40% van de gevallen kan het syndroom langer aanhouden (soms tot twee jaar) en onherstelbare letsels veroorzaken zoals gewrichtsstijfheid, verlies aan kracht en of pijn.