De vaak eigenaardige slaapgewoonten van adolescenten kunnen een bron van ergernis zijn voor de ouders. Conclusies van een observatiestudie.
Er werd een observatiestudie uitgevoerd om de weerslag van de "chronotypische" voorkeur van adolescenten op de slaapkwaliteit en het gedrag te onderzoeken. Onder chronotypie verstaan we eerder een "ochtendmens" of een "avondmens" zijn.De studie werd uitgevoerd bij 6.600 jongeren van 14 tot 19 jaar: 742 avondmensen en 1.005 ochtendmensen. Het geslacht blijkt daarbij geen rol te spelen.Avondmensen gaan, zoals te verwachten was, later slapen en staan later op, vooral in het weekeinde. Die mensen slapen minder in de week en meer tijdens het weekeinde, staan op onregelmatiger uren op hebben, subjectief, een slechtere slaapkwaliteit.In de week doen ze vaak een middagdutje, ze klagen vaker over slaperigheid overdag, hebben meer aandachtsproblemen en minder goede resultaten op school, ze verwonden zich gemakkelijker en zijn emotioneel fragieler dan de andere "chronotypes", de ochtendmensen. Ze verbruiken ook meer cafeïne en meer slaapmiddelen.En het ergste van al is volgens de auteurs nog dat "het niet eens hun fout is: het chronotypisme zou immers minstens gedeeltelijk genetisch bepaald zijn".