In België wordt alsmaar vaker de diagnose aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit gesteld en ook het enige beschikbare geneesmiddel, Rilatine®, wordt alsmaar vaker voorgeschreven. Dit mag echter niet zomaar worden ingenomen.

Het laatste nummer van Folia Pharmaceutica voor artsen bespreekt de aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit bij kinderen (Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder [ADHD]), ook hyperkinetisch syndroom genaamd (naar het Grieks 'hyper' = veel en 'kinê' = beweging).
Drie types
- Naargelang de wijze waarop de ziekte zich uitdrukt, onderscheiden de specialisten drie subtypes.
- In het eerste type is onoplettendheid het belangrijkste symptoom: de kinderen kunnen geen details onthouden, hebben het moeilijk om een activiteit gedurende een bepaalde tijd voort te zetten, kunnen gedesorganiseerd zijn of gemakkelijk vergeten.
- Kinderen met het tweede type zijn vooral hyperactief en impulsief: ze blijven niet zitten, babbelen in de klas en storen hun medeleerlingen.
- Het derde type is een combinatie van de eerste twee.
De juiste diagnose stellen
Men mag echter niet te snel besluiten dat een wat 'rumoerig' kind hyperkinetisch is.Te weinig aandacht, hulp of structuur kunnen bij kinderen hyperactief of depressief gedrag veroorzaken zonder dat er sprake is van ADHD.De diagnose van de ziekte is complex en zou moeten worden gesteld door een multidisciplinair team van experts: kinderpsychiater, psycholoog, maatschappelijk assistent, huisarts, enz. Men mag het kind dus niet zomaar een etiket opplakken op grond van de mening van één enkele expert. Het mag immers niet de bedoeling zijn alle wat hyperactieve kinderen met geneesmiddelen te behandelen.