PUBLICITÉ

Zonneproducten: niet zonder gevaar!

Geüpdatet door Emily Nazionale, gezondheidsjournaliste op 30/06/2017 - 14h43
-A +A

‘Veilig in de zon’ en ‘zonneproduct’, het zijn woorden die steevast in dezelfde zin opduiken. Dat zonneproducten gezondheidsrisico’s zouden inhouden, mag dan ook verbazen. Enkele aandachtspunten op een rij.

PUB

Aandachtspunt 1: chemische filters

Zonneproducten kunnen twee soorten UV-filters bevatten: chemische of fysische filters. Uit verschillende studies is gebleken dat een aantal chemische filters door het lichaam kunnen opgenomen worden en zo in het bloed terechtkomen. Anderen zouden de huid irriteren en de hormonen in de war sturen. Enkele voorbeelden van chemische filters zijn oxybenzone, octocrylene en avobenzone.

Voorkeur voor minerale filters

In tegenstelling tot chemische filters, blijven minerale filters zoals zinkoxide en titaniumdioxide bovenop de huid, waar ze het zonlicht ‘weerkaatsen’. Resultaat: je moet minder vaak crème smeren. Daarnaast worden fysische filters in het algemeen goed verdragen door huid. Beide types filters combineren is de beste idee.
 

Aandachtspunt 2: nanopartikels

Een ‘nadeel’ van deze minerale filters is wel dat ze een witte waas op de huid achterlaten. Als dat niet het geval is, werd gebruikt gemaakt van nanotechnologie. Daarbij worden zinkoxide- en titaniumdioxidedeeltjes zo klein gemaakt dat ze geen witte gloed meer achterlaten op de huid. Via inhalatie kunnen ze echter orgaanschade veroorzaken. Je raadt het al: van zonnesprays met nanopartikels blijf je beter af.
 

Aandachtspunt 3: Sun Protection Factor (SPF)

De Sun Protection Factor, kortweg SPF, is een indicatie van de mate waarin een zonneproduct beschermt tegen UVB-stralen – de straling die verantwoordelijk is voor zonnebrand, en op lange termijn o.a. huidkanker zoals melanoom kan veroorzaken. Theoretisch beschermt een SPF 30 je huid bijvoorbeeld dertig keer langer voor ze kan verbranden in de zon. Maar dat is de theorie…

De hoge beschermingsfactor niet altijd garantie voor veiligheid!

Een studie (1) heeft uitgewezen dat producten met een hoog SPF-getal in realiteit vaak ‘misbruikt’ worden. Zo denken zonnegangers bijvoorbeeld dat ze dubbel zo goed beschermd zijn door een product met zonbeschermingsfactor 100 als door eentje met SPF 50…terwijl de meerwaarde van UVB-bescherming minimaal is: respectievelijk 99 procent en 98 procent. Gevolg: ze blijven langer in de zon, en smeren zich minder (vaak) in. Andere zonbeschermende maatregelen zoals regelmatig de schaduw opzoeken, een zonnehoed dragen enz. durven volgens die logica ook wel eens ‘vergeten’ te worden.
 

Aandachtspunt 4: UVA-bescherming

De indicatie ‘SPF’ betekent dat een zonneproduct beschermt tegen UVB-straling, maar zegt niets over UVA-stralen. En laat nu net 95% van het zonlicht dat de aarde bereikt uit UVA-straling bestaan! UVA-stralen doen onze huid verouderen, en kunnen bovendien een rol spelen bij de ontwikkeling van huidkanker. Kijk daarom goed of het zonneproduct ook het logo ‘UVA’ bevat (een cirkel met daarin ‘UVA’), dat aangeeft dat het product een UVA-beschermingsfactor heeft van minstens een derde van de SPF, overeenkomstig de aanbeveling van de Europese Commissie.

Initialement publié par Emily Nazionale, gezondheidsjournaliste le 15/07/2013 - 11h16 et mis à jour par Emily Nazionale, gezondheidsjournaliste le 30/06/2017 - 14h43

Enviromental Working Group. EWG’s 2013 Sunscreen Guide.
http://www.ewg.org/2013sunscreen. 26/06/2013.
Krause, M. Et al. (2012) Sunscreens: are they beneficial for health? An overview of endocrine disrupting properties of UV-filters. In: International Journal of Andrology, vol. 35 (3), pp. 424-436.
(1) Autier, P. et al. (2000) Sunscreen use and increased duration of intentional sun exposure: Still a burning issue. In: International Journal of Cancer, vol. 121 (1), pp. 1-5.

Bekijk dit artikel
PUBLICITÉ