Het is bijna Kerstmis, we moeten cadeautjes zoeken voor de kinderen.
Maar wat is eigenlijk het nut van cadeautjes geven in een samenleving waar alles in het teken staat van consumptie?
Een cadeau geven is een boodschap van optimisme
Een kind een cadeau geven en het zien lachen, dat is de echte kerstvreugde.
Maar door cadeaus uit te wisselen maken we eigenlijk ook een veel diepere boodschap duidelijk. Als we een kind graag zien, zoeken we er een cadeautje voor waarmee het blij zal zijn. En met het geschenk geven we de volgende boodschap mee: Iemand is met je begaan en weet waar je van droomt.
En het kind zal zich geliefd voelen, in een veel ruimere zin dan door zijn ouders, want het is de Kerstman die hem die cadeautjes geeft.
Het ontwikkelt een positieve ingesteldheid tegenover de wereld.
Het denkt dat de wereld hem vanzelf mooie dingen kan brengen, zonder dat hem een wederdienst gevraagd wordt.
Dat wereldbeeld - om het mooie te kunnen zien – staat haaks op dat van mensen die denken dat de wereld om zeep is, dat alles verloren is.
We geven het kind dus een cadeau van optimisme.
Geven en leren geven
Zo gauw het kind wat ouder is, kunnen de ouders hem een ander, net zo kostbaar cadeau schenken: leren om zelf ook te geven.
We kennen allemaal dat ontroerende moment waarop een kind zijn eerste cadeautje geeft. Een tekening, een halssnoer van schelpen, een monster in boetseerklei. Hebt u ook gezien hoe fier het is? De boodschap die u hem daarbij geeft, is: Je bent in staat om geluk te schenken, om iemand gelukkig te maken. Zoiets doet deugd aan het hart, ook bij kinderen.
Bestaat er een les die kostbaarder is voor een jongere in spe die zijn liefje gelukkig zal willen maken en die later misschien zelf ook ouder zal zijn en kinderen zal hebben?
Hij voelt dat hij een waardevol iemand is omdat hij weet dat hij mensen gelukkig kan maken.