Zijn ze een «remedie» tegen doofheid? Neen, maar wel een technische oplossing die heel wat doven weer helpt horen, en dat is al heel wat! Een kennismaking met inwendige gehoorprothesen of cochleaire implantaten. In België worden er elk jaar tweehonderd geplaatst…
Wat is een inwendige gehoorprothese?
Een inwendige gehoorprothese bestaat uit twee delen. Eén deel zit aan de buitenkant van de schedel en omvat een microfoon en een kleine antenne. Een ander deel zit in de schedel en dient om de geluiden van de microfoon op te vangen en om te zetten in elektrische prikkels. Die prikkels worden dan naar het slakkenhuis gestuurd, een klein orgaan in het oor dat de prikkels naar de hersenen doorstuurt via de gehoorzenuw. Het implantaat vervangt zo als het ware het oor, terwijl de traditionele gehoorprothesen het nog bestaande gehoor verbeteren. Mensen die volledig doof zijn en geen gehoor (meer) hebben, kunnen met een inwendige gehoorprothese dus echt (weer) horen.
Wie kan een inwendige gehoorprothese dragen?
Is iedereen die niet meer hoort dan niet kandidaat voor een inwendige gehoorprothese? Toch niet. «Horen» dankzij een implantaat is namelijk niet te vergelijken met het natuurlijke gehoor. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om een gesprek te volgen in een lawaaierige omgeving. Sommige mensen met een hoorapparaat vinden de toon ook kunstmatig, ook al gaat dat over na een korte gewenperiode. Mensen met beperkte slechthorigheid hebben ook meestal genoeg aan een traditionele gehoorprothese. Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor terugbetaling bij inwendige gehoorprotheses is dan ook dat de traditionele gehoorprothese niet voldoet.
Maar ook van de mensen die doof of heel slechthorend zijn, is niet iedereen kandidaat voor een implantaat. Het grootste voordeel van een inwendige gehoorprothese is dat iemand weer kan deelnemen aan mondelinge gesprekken. Voor doven die niet kunnen praten en enkel met gebarentaal communiceren, zal het dragen van een implantaat dus niet per se een grote meerwaarde hebben. Daarom ook worden inwendige gehoorprothesen heel vroeg in de kindertijd geplaatst. Dove kinderen kunnen op die manier zo snel mogelijk de gesproken taal verwerven.
Hoge Gezondheidsraad, «Le traitement de la surdité par implants cochléaires ou du tronc cérébral».
INAMI.
Vankatova, L. et al., Rev Med Suisse 2014;1820-1823