Almaar meer mensen wandelen met stokken.
Geen gewone wandelstok, maar stokken zoals die we die gebruiken om te skiën.
Wat zijn de voor- en nadelen van wandelen met stokken?
Wandelen met stokken: een kwestie van oefenen
Bij wandelen met stokken steunen we bij het lopen op stokken. Dat heeft meerdere gevolgen.
- Het is makkelijker om het evenwicht te vinden op een oneffen parcours. De stok kan een deel van het lichaamsgewicht overnemen als de voeten bijvoorbeeld niet goed plat kunnen worden gezet. Bij een wandeling in de natuur kan een stok bovendien helpen om hinderende takken of stenen uit de weg te ruimen.
- De gewrichten in de benen en vooral de knieën worden bij wandelen met stokken iets minder belast. Dat effect is vooral voelbaar op een steil parcours. Een Britse studie uit 2010 heeft aangetoond dat bij wandelen met stokken in de bergen - naar boven klimmen en terug - de spieren achteraf minder pijn doen en ook sneller herstellen dan wanneer alleen de benen worden gebruikt.
Er zijn ook nadelen aan wandelen met stokken. Mensen met te weinig ervaring kunnen het evenwicht verliezen. Begin dus heel geleidelijk aan in plaats van erin te vliegen. Wandelen met stokken is trouwens af te raden op een kwetsbaar terrein omdat de stokken erosie bevorderen.
Wandelen met stokken om ook het bovenlijf te doen werken
Veel mensen wandelen met stokken omdat het van wandelen een allround activiteit maakt die het hele lichaam doet bewegen. Als de armen actief zijn, moeten ook de spieren van de rug, de schouders en de armen werken en worden ze door het wandelen dus versterkt.
Volgens sommigen wordt ook het hart- en vaatstelsel meer getraind bij het wandelen met stokken, maar dat is voorlopig nog niet wetenschappelijk aangetoond.
Harvard Health Letter, mars 2011.