PUBLICITÉ

Uw kind wordt zindelijk

Gepubliceerd door Isabelle Eustache, bewerkt door C. De Kock, gezondheidsjournaliste op 23/12/2003 - 00h00
-A +A

De meeste kinderen worden vanzelf zindelijk tussen achttien maanden en drie jaar. De methode is heel eenvoudig: laat het kind zich ontwikkelen in zijn eigen tempo. Geef het een potje, toon het hoe het dat moet gebruiken en wacht tot het zin krijgt om erop te gaan...

PUB

Uw kind is met geen stokken op zijn potje te krijgen? Dan hoeft u zich zeker geen zorgen te maken, en is uw kind dwingen of vernederen al even zinloos. Meestal wijst dit erop dat het zijn sluitspieren nog niet kan beheersen. Zindelijkheid is een natuurlijk evoluerend rijpingsproces dat zich afspeelt tussen anderhalf en drie jaar, behalve als er sprake is van een specifiek lichamelijk (zeer zeldzaam) of psychologisch probleem. Het is dan ook aan te raden uw kind duidelijk uit te leggen wat u verwacht en vervolgens geduldig af te wachten, zonder u vast te pinnen op een termijn. Training levert slechts enkele maanden tijdwinst op. Bovendien kan aandringen tot eindeloze conflicten leiden en negatieve gevolgen hebben voor de persoonlijkheid van het kind.

Wat is het juiste moment?

Het kind moet een voldoende rijpingsniveau bereiken, zowel neuromusculair als intellectueel en affectief. Anne Bacus geeft hiervoor enkele aanwijzingen:

  • het rent en loopt de trap op;
  • het houdt van imitatiespelen en doet graag 'zoals de grote mensen';
  • de 'harde' fase van zijn koppigheidsperiode is voorbij: het begrijpt wat u vraagt en gehoorzaamt meestal vrijwillig;
  • het weet wat orde en wanorde zijn, maakt graag cadeautjes en zit in een affectief stabiele periode;
  • het kent de woorden 'pipi', 'potje', 'kaka' enz., en weet waarvoor het potje dient, want u hebt het duidelijk uitgelegd;
  • het weet wat er in zijn lichaam gebeurt op het moment zelf, en niet pas nadien;
  • het houdt ervan om zijn luier af te doen en op het potje te gaan.
Deze tekens wijzen erop dat het niet lang meer zal duren voor het zindelijk is. U moet echter ook rekening houden met de duur van het leerproces. Zoals Anne Bacus benadrukt, heeft het kind op die leeftijd immers zoveel te leren dat 'pipi' en 'kaka' doen niet te veel tijd in beslag mag nemen. Zo mag 'op het potje gaan' nooit langer dan vijf minuten duren en moet het kind kunnen opstaan als het dat wil. Alleen hij is baas over zijn lichaam en zijn verlangens. Als de ongelukjes te talrijk zijn en te lang duren, moet u de zindelijkheidstraining twee of drie maanden uitstellen. Door deze herhaalde mislukkingen krijgt het kind faalangst, wat psychologisch nefast is. Zindelijkheidstraining moet integendeel een proces zijn van positieve bekrachtiging dat uw kind zelfvertrouwen geeft.

De zachte methode

Als het potje problemen stelt, raadt dr. Edwige Antier aan om het probleem te vereenvoudigen door de luier zelf te gebruiken, waarmee het kind goed vertrouwd is. Het volstaat om uw kind in zijn onderbroekje te laten lopen en het om het anderhalf of om de twee uur gedurende ongeveer 10 minuten een luier om te doen. Meestal profiteert het van dat moment om zijn behoefte te doen. Leg de rest van de tijd een propere luier op een stoel. De kans is zeer groot dat het u na enkele dagen zelf de luier brengt als het zin heeft om te urineren. Zodra het zijn sluitspieren goed beheerst, zal het probleemloos het potje gebruiken.

Gepubliceerd door Isabelle Eustache, bewerkt door C. De Kock, gezondheidsjournaliste op 23/12/2003 - 00h00 Anne Bacus, " Votre enfant de un à trois ans " (" Uw kind van één tot drie jaar "), Uitgeverij Marabout ; Dr. Edwige Antier, " Elever mon enfant aujourd'hui " (" Mijn kind opvoeden vandaag "), Uitgeverij Robert Laffont.
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ