In België hebben 4 op de 10 vrouwen last van licht urineverlies. Meer dan de helft van die vrouwen zijn jonger dan 35 jaar. Het probleem ontstaat vaak na een bevalling.
Urineverlies is nog altijd een taboeonderwerp. De betrokken vrouwen durven er vaak niet over te praten. Toch komt dit ongemak niet alleen voor bij senioren, maar ook bij heel wat jonge vrouwen na een bevalling of een operatie aan de baarmoeder of in de onderbuik.
Verslapping van de bekkenbodemspieren
De blaaswandspieren en de bekkenbodemspieren spelen een rol bij het urineermechanisme van de vrouw. De blaaswandspieren ontspannen zich tijdens de blaasvulling en trekken samen tijdens de blaaslediging. De werking van de bekkenbodemspieren is namelijk tegengesteld aan die van de blaasspieren. Om hun urine op te houden, sluiten vrouwen hun urinebuis af door de bekkenbodemspieren samen te trekken; om hun blaas te ledigen, ontspannen ze daarentegen deze spieren. Ongewild urineverlies treedt op als één van deze spieren niet langer zijn werk doet.
Ongewild urineverlies
De bekkenbodemspieren worden tijdens een natuurlijke bevalling zwaar belast. Na de bevalling krijgt de bekkenbodem niet altijd onmiddellijk zijn elasticiteit terug: hij is verzwakt en ondersteunt de organen niet altijd meer voldoende. De bekkenbodemspieren zorgen niet langer voor de sluiting van de urinebuis, en een lach-, hoest- of niesbui, een zware inspanning of gewoon lopen veroorzaakt onwillekeurig urineverlies.