Tandsteen

Neerslag van onoplosbare zouten op de tanden, die regelmatig door de tandarts dient te worden verwijderd. Men kent twee soorten tandsteen: het speekseltandsteen en het serumtandsteen.
Het speekseltandsteen is geel of bruin en zit vrij los tegen de tand of het slijmvlies van het tandvlees. Dit tandsteen is een neerslag uit het speeksel en bestaat uit calciumfosfaat. Het slaat neer tegenover de uitgangen van de speekselklieren, namelijk aan de wangzijde van de bovenkiezen en aan de tongzijde van de onderste snijtanden.

Micro-organismen kunnen de alkaliniteit van het speeksel bevorderen, waardoor tandsteen vermengd met voedselresten en kolonies micro-organismen zich tegen de tanden afzet. Vitaminetekort en leveraandoeningen kunnen de calciumfosfaatbalans verstoren. Een onaangename reuk uit de mond ontstaat vaak door het tandsteen dat achter de onderste snijtanden zit. Ook tandvleesontstekingen ontstaan vaak door tandsteenvorming.

Het serumtandsteen is zwart en ontstaat uit het serum van het bloed. Het zit vrij vast, rondom de hals van de kronen van tanden en kiezen. Zowel speekseltandsteen als serumtandsteen komen in verschillende hoeveelheden bij verschillende mensen voor.

Men ziet soms vermeerdering van tandsteen tijdens bepaalde ziekteperioden.
Tandsteen dient regelmatig door de tandarts of mondhygiëniste te worden verwijderd.