PUBLICITÉ

Spijsvertering: het proces

Gepubliceerd op 10/04/2003 - 00h00
-A +A

De functies van de spijsverteringsorganen omvatten alle processen die ertoe leiden dat het voedsel in een zodanige vorm wordt gebracht dat dit voedsel of zijn afbraakproducten in het bloed kunnen worden opgenomen

PUB

Inleiding

Eerst ondergaat het voedsel een aantal betrekkelijk grove mechanische bewerkingen, zoals kauwen in de mondholte en kneden in maag en darmstelsel, waarbij het in kleinere brokstukken uiteenvalt.De voedselmassa, welke op deze wijze is voorbewerkt, bevindt zich dan in het inwendige van het spijsverteringsstelsel en zal een aantal chemische verkleiningen ondergaan onder inwerking van een aantal pijsverteringsenzymen die in het maag-darmstelsel vrijkomen.Als het voedsel deze mechanische en chemische bewerkingen heeft ondergaan, is het zo verkleind dat het via de wand van de darmen in het bloed kan worden opgenomen.SpijsverteringskanaalDe spijsverteringsorganen beginnen in de mondholte. Hierin zitten onder andere de tong en het gebit en de uitgangen van de speekselklieren. Op de overgang van de mond- naar de keelholte vinden we de amandelen of tonsillen. In de keelholte vindt een scheiding plaats van de luchtweg, die in de neus is begonnen, en de weg die het voedsel hoort te volgen. Als deze vitale kruising niet op de juiste wijze wordt genomen, kan dit enerzijds tot verslikking leiden en anderzijds tot het inslikken van lucht in de slokdarm. Dit laatste staat bekend als aerofagie. Het komt bij normale mensen in geringe mate voor en verklaart onder andere de min of meer constante aanwezigheid van gas in de maag.Via de keelholte komen we in de slokdarm, die de verbinding vormt tussen mondholte en maag. In het algemeen is de passage door de slokdarm vlot te noemen, alhoewel een drietal fysiologische vernauwingen in de slokdarm aanwezig is waar het voedsel enigszins stokt:- de overgang van keelholte naar slokdarm;- de plaats waar de grote lichaamsslagader (aorta) de slokdarm kruist en- de overgang van slokdarm naar maag.Deze plaatsen spelen een belangrijke rol bij etsing door sterk bijtende zuren of alkalische vloeistoffen. Hier werken deze stoffen langduriger in dan op andere onderdelen van de slokdarm. In het algemeen blijft het voedsel geruime tijd in de maag, waar het door enkele, voornamelijk eiwitsplitsende enzymen in kleinere delen wordt gesplitst.De maag gaat vervolgens over in de dunne darm, die is verdeeld in een drietal onderdelen:- twaalfvingerige darm (duodenum);- nuchtere darm (jejunum);- eigenlijke dunne darm (ileum).De totale lengte van de dunne darm bedraagt zo'n 6 meter. Hier vindt de uiteindelijke afbraak van het voedsel plaats en wordt het grootse deel van de voedingsbestanddelen via de wand van de darm in het bloed opgenomen.In de twaalfvingerige darm worden de spijsverteringssappen van lever en alvleesklier aan het darmsap toegevoegd. Het laatste gedeelte van het spijsverteringskanaal wordt gevormd door de dikke darm (colon).In de dikke darm vindt vrijwel geen opname (resorptie) van voedsel plaats. De restanten worden ingedikt voordat het residu via de endeldarm (rectum) wordt uitgescheiden.

Slokdarm

De slokdarm is een rechte buis tussen keelholte en maag. Deze buis is van een dunne spierwand voorzien waardoor ingeslikte dranken en voedsel van de keelholte actief naar de maag worden getransporteerd. De slokdarm loopt bij de mens achter door de borstholte, dan door een opening in het middenrif, waar zij vlak onder in de maag eindigt.De binnenkant van de wand van de slokdarm is bekleed met meerlagig plaveiseldekweefsel. Dit slijmvlies (mucosa) is zacht roze aan het begin, naar het midden toe wordt het langzaam bleker en bij de maagingang wordt het ineens rood, omdat het dan is overgegaan in het slijmvlies van de maag. De weefsellaag onder het slijmvlies (submucosa) bevat slijmkliertjes, zenuwnetwerken, bloedvaten en lymfvaatjes. De spierlaag die daar weer onder ligt bevat zowel in de lengte lopende als spiraalvormige spiervezeltjes. Cirkelvormig lopende spiervezels aan de bovenkant vormen een soort kringspier die in rust, wanneer geen voedsel verwerkt wordt, gesloten is.Het slikken is een mechanisme dat onder invloed van de wil staat (willekeurig), maar het proces van de voortgeleiding van de voedselmassa geschiedt vanzelf, dat wil zeggen onwillekeurig. De slikbeweging wordt willekeurig ingezet door de tongpunt tegen het harde verhemelte te leggen, de wangen tegen de kiezen aangesloten te houden, de tongrand langs de kiezen tegen het verhemelte te drukken en dan de tongrug van de punt naar de basis toe tegen het verhemelte te drukken.Alles wat zich op de tong bevindt wordt zodoende naar de tongwortel geschoven zonder zijdelings te kunnen uitwijken. De mondbodem wordt naar boven en naar voren opgetild en de spijsbrok die nu de ingang van de keelholte raakt, prikkelt de gevoelszenuwen van de tong-keelholtezenuw waardoor de slikbeweging verder volgens een reflexmatig patroon wordt voltooid.De neus-keelholte wordt door het zachte verhemelte afgesloten, de ademhaling geremd, het strottenhoofd omhoog getrokken en de stemspleet afgesloten. De slokdarm opent zich nu en de spijsbrok glijdt, mits goed met speeksel vermengd, gemakkelijk naar binnen.De voortbeweging naar de maag gaat bij vloeibaar voedsel passief, bij vast voedsel actief door spierbeweging. De spijsbrok prikkelt het slijmvlies van de slokdarm, de prikkel gaat via de tong-keelholtezenuw naar het verlengde merg van de hersenen en via het aldaar gelegen slikcentrum terug via de tiende hersenzenuw (nervus vagus) naar de spieren in de wand van de slokdarm.

Gepubliceerd op 10/04/2003 - 00h00
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
sisko

zeer interessant ,begrijp nu beter de symptomen en de gevolgen van( verkeerd) eten en ook de zuuroprispingen waarvan ik veel last heb zeker in bed.Ga zeker bed hoger zetten om te slapen.Heb 3 jaar geleden operatie van slokdarm kanker ondergaan.

PUBLICITÉ