PUBLICITÉ

Sexsomnia of slaapseks

Geüpdatet door Hélène Joubert, wetenschapsjournalist op 08/03/2017 - 17h12
-A +A

Seks bedrijven tijdens de slaap is een slaapstoornis die niets meer te maken heeft met louter fantaseren. Deze variant van slaapwandelen, beter bekend als sexsomnia of slaapseks, gaat soms ook gepaard met gewelddadig gedrag. In extreme gevallen wordt het leven van het koppel een echte hel.

PUB

Sexsomnia of slaapseks: een vorm van slaapwandelen

Onder sexsomnia verstaat men alle vormen van onvrijwillig en onbewust seksueel gedrag tijdens de slaap dat ofwel op de eigen persoon is gericht (masturbatie) of gebeurt in interactie - vaak in één richting -  met de bedpartner (aanrakingen, orale praktijken, echte geslachtsgemeenschap). Slaapseks kan het hele repertorium van seksuele handelingen omvatten - ook handelingen die anders in de relatie weinig voorkomen - en gaat gepaard met de gebruikelijke geluiden bij seks. Deze variant van slaapwandelen wordt tot de parasomnia’s of slaapstoornissen gerekend en is sinds 2005* in de medische classificaties opgenomen.

Wie doet aan slaapseks?

Zo’n 10% van de slaapwandelaars (en 2% van de volwassenen lijft aan slaapwandelen) heeft al minstens één keer een onbewuste seksuele handeling verricht terwijl hij slaapt. Drie kwart van de mensen die in hun slaap seks hebben, zijn mannen. Deze gevallen worden vaker gesignaleerd, allicht vanwege het herhaaldelijk fysieke geweld door mannen dat er bij te pas komt.

Deze vorm van seksueel gedrag tijdens de slaap treedt vooral op tijdens de trage diepe slaap aan het begin van de nacht (een slaapfase zonder bewustzijn of herinneringen), precies zoals de meer gebruikelijke vormen van slaapwandelen.

Sommige bewijzen van slaapseks  zijn op een videopolysomnografie te zien (observatie en registratie van bepaalde parameters tijdens de slaap, zoals het ademhalingritme, de spieractiviteit, de hersenactiviteit, enz.) als herhaaldelijke momenten van ontwaken in de trage diepe slaap. De hersenactiviteit is dan ontdubbeld: sommige zones zijn in slaap, andere niet. Het wakkere gedeelte heeft een zeker peil van bewustzijn en kan daardoor de omgeving waarnemen. Maar de geestelijke verwarring, de afwezigheid van zelfbewustzijn (reflectief bewustzijn) en de aanwezigheid van onaangepast gedrag maken duidelijk dat andere hersenzones (met name de voorste zones) niet wakker zijn.

Iemand die aan slaapseks lijdt, kan trouwens in interactie gaan met de ruimte en de mensen in zijn omgeving en hen zelfs antwoorden! Het gesnurk is soms de enige aanwijzing dat de persoon in kwestie op dat moment niet bij bewustzijn is. Mensen die slaapwandelen herinneren zich meestal achteraf niets van wat er tijdens hun slaap gebeurd is.

Prof. Isabelle Arnulf, hoofd van de dienst slaappathologieën in het Hôpital de la Pitié-Salpêtrière in Parijs: «Het profiel van mensen die lijden aan slaapseks is heel uiteenlopend. We krijgen soms jongvolwassenen over de vloer, maar meestal zijn het mannen van tegen de veertig, al zijn er bij onze patiënten ook vrouwen die de vijftig voorbij zijn. Sexsomnia wordt extra in de hand gewerkt door gebrek aan slaap en waarschijnlijk ook, maar niet altijd, door gebrek aan seks. De echtgenote of vriendin kan ongebruikelijk seksueel gedrag of veranderingen in het seksuele gedrag vaststellen: bijvoorbeeld als de mannelijke partner tijdens de maandstonden wil vrijen terwijl en dat voorheen niet het geval was, als hij ineens andere handelingen gaat verrichten (zoals sodomie) die binnen die relatie agressiever zijn dan gewoonlijk, als hij ineens grovere taal gebruikt dan anders, enz. Deze veranderingen in het seksuele gedrag binnen de relatie worden zelden door de partner op prijs gesteld. Het is belangrijk dat de partners er samen over praten, zodat het slachtoffer weet of de andere zich iets van die handelingen herinnert en hem kan waarschuwen als dat niet zo is, wat trouwens gebruikelijk is bij slaapwandelen».

Initialement publié par Hélène Joubert, wetenschapsjournalist le 10/02/2016 - 09h56 et mis à jour par Hélène Joubert, wetenschapsjournalist le 08/03/2017 - 17h12

*International classification of sleep disorders, 2005 en 2014.

Op basis van een gesprek met prof. Isabelle Arnulf, hoofd van de dienst slaappathologieën (Departement R3S, Nationaal referentiecentrum: narcolepsie, hypersomnia en syndroom van Kleine-Levin), Hôpital de la Pitié-Salpêtrière (Parijs) 

Bekijk dit artikel
PUBLICITÉ