Uw arts heeft u een scan, een MRI, een scintigrafie, een angiografie of een echografie voorgeschreven. Maar welke zijn de specifieke eigenschappen van deze verschillende medische beeldvormingsonderzoeken?
MRI of magnetische resonantie-beeldvorming
Het principe van een MRI-scan berust op het fenomeen van nucleaire magnetische resonantie. De organen worden onderzocht door gebruik te maken van een magnetisch veld dat gecreëerd wordt door een zeer krachtige magneet en elektromagnetische golven. Deze golven met een hoge frequentie die toegepast worden op een deel van het lichaam, sturen een signaal terug dat door de waterstofatomen in de organen teruggezonden wordt. Op deze manier kan de chemische samenstelling en dus de aard van de weefsels vastgesteld worden. Men verkrijgt dus een 2D- of 3D-beeld van een deel van het lichaam. Bij een MRI-scan is geen sprake van bestraling, aangezien geen x-stralen uitgezonden worden.
De scanner
De scanner maakt gebruik van x-stralen. De beelden van de organen worden verkregen door de absorptie te meten van de bundel x-stralen die in verschillende richtingen wordt uitgezonden. De beelden komen eigenlijk overeen met schijven of doorsneden, waarop het bot wit is, de lucht zwart en de weefsels grijs. De doorsneden kunnen meteen ontleed worden of na een 'reconstructie' met de computer. Het zend- en ontvangtoestel voor x-stralen draait rond het deel van het lichaam dat onderzocht wordt.
Merck Handleiding, uitg. Larousse.