PUBLICITÉ

Osteoporose: wat we erover moeten weten

Geüpdatet door Paule Neyrat, diëtiste op 18/04/2016 - 11h15
-A +A

Osteoporose (botontkalking) is de voorbije tien jaar een echt volksgezondheidsprobleem geworden. Uit epidemiologische studies blijkt dat de ziekte in België 30 tot 40 % van de menopauzale vrouwen treft, 14 % van de vrouwen tussen 50 en 60 jaar, 21 % van de vrouwen tussen 60 en 70 jaar, 38 % van de vrouwen tussen 70 en 80 jaar en 70 % van de vrouwen boven de 80. Osteoporose maakt de botten broos en uit zich in een spontane pols- of dijbeenbreuk en/of in wervelverzakkingen. De meest voorkomende breuk is echter een heupbreuk.

PUB

Het botwefsel

Het botweefsel bestaat uit een complexe substantie die samengesteld is uit collageen, eiwitten die gemineraliseerd worden door calciumhydroxyapatiet, dat het calcium volledig hard maakt. Die substantie, een soort matrix, wordt geproduceerd door de botcellen: de osteocyten. Er bestaan twee soorten osteocyten:

  • de osteoblasten, die ze aanmaken (synthetiseren);
  • de osteoclasten, die ze afbreken.

Synthese en afbraak gebeuren voortdurend en minder of meer intens, afhankelijk van de leeftijd. Dit proces heet "botremodeling". De botvorming (ossificatie) wordt gestuurd door vitamine D en een hele reeks hormonen, waaronder oestrogenen (vrouwelijke hormonen). We beginnen osteocyten aan te maken vanaf de achtste week na de bevruchting tot 18 à 20 jaar. Gedurende de hele groeiperiode zijn het de osteoblasten die domineren:

  • de botmatrix wordt aangemaakt, en de botmassapiek wordt bereikt drie jaar na het einde van de puberteit;
  • hoe hoger die piek, hoe langer de botten stevig blijven.

Tijdens de volwassenheid volgen de remodelingcyclussen elkaar op. Ze houden elkaar in evenwicht tot 30 jaar, waardoor ons lichaam evenveel osteoblasten aanmaakt als het osteoclasten vernietigt. Er is dan nog tijd genoeg om een stevig botkapitaal te vormen voor de toekomst. Wat gebeurt er nadien?

  • bij mannen
    • de botmassa begint langzaam af te nemen, wat om de tien jaar tot een deficit leidt van 3 tot 5 %;
    • op zijn 80ste is een man ongeveer 25 % van zijn botmassapiek kwijt.
  • bij vrouwen
    • vanaf de menopauze neemt het botmassaverlies eerst zeer snel toe, maar vertraagt het de daaropvolgende 3 tot 5 jaar een beetje;
    • die versnelling hangt samen met de verdwijning van de oestrogenen;
    • de botmassa vermindert, en er treden minuscule perforaties op die het bot steeds kwetsbaarder maken;
    • het bot wordt in zekere zin broos, een beetje zoals hout dat aangevreten wordt door termieten;
    • op hun 80ste zijn vrouwen in theorie ongeveer 40 % van hun botmassapiek kwijt.

We hebben dus tot 30 jaar de tijd om een stevig botkapitaal aan te maken. Nadien treedt er onvermijdelijk botverlies op, en dan komt het erop aan de risico's zo veel mogelijk te beperken.

Wie zijn de risicopersonen?

Osteoporose komt vooral voor bij "rijpere" vrouwen die:

  • in de menopauze zitten en geen hormoonsubstitutietherapie volgen;
  • vooral blanke en Aziatische vrouwen;
  • slank zijn;
  • sedentair zijn;
  • sinds lang een calciumtekort vertonen;
  • al heel hun leven met een frequent gebrek aan vitamine D kampen;
  • een moeder hebben die zelf osteoporose heeft (erfelijkheid).

Er zijn ook een aantal bijkomende risicofactoren:

  • vroeger veel koffie hebben gedronken;
  • vroeger veel alcohol hebben gedronken;
  • vroeger te veel schildklierhormonen hebben ingenomen om te vermageren;
  • vroeger maagzuurremmers met aluminium hebben gebruikt.

Ook mannen kunnen osteoporose krijgen, maar minder erg en op latere leeftijd. Maar zowel mannen als vrouwen moeten er zich vanaf de adolescentie tegen wapenen.

Hoe kunt u weten of u osteoporose hebt? Osteoporose is een sluipende ziekte die geen pijn veroorzaakt en zich alleen uit in een breuk, op het ogenblik dat het al te laat is. Elke vrouw van boven de 60 die geen HST (hormoonsubstitutietherapie) volgt, moet zichzelf de vraag stellen, vooral als ze verergerende risicofactoren vertoont.

De beste opsporingsmethode is osteodensitometrie. Daarbij wordt op representatieve plaatsen van het lichaam de botdichtheid gemeten. 

Initialement publié par Paule Neyrat, diëtiste le 06/04/2006 - 00h00 et mis à jour par Paule Neyrat, diëtiste le 18/04/2016 - 11h15
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ