PUBLICITÉ

Menopauze: waarom heeft de hormonale substitutietherapie nog altijd geen eerherstel gekregen?

Geüpdatet door Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste op 21/12/2012 - 13h06
-A +A

Tien jaar geleden werd de hormonale substitutietherapie (HST) voorgeschreven aan bijna alle vrouwen in de menopauze, daarna is deze behandeling volledig in diskrediet geraakt.

Maar nu is de HST aan een eerherstel toe. Daar zijn intussen voldoende bewijzen voor.

Toch blijft het wachten op een initiatief in die richting van de overheid. Vrouwen zouden nochtans weer volop van deze behandeling kunnen profiteren en hun levenskwaliteit in deze kantelperiode van hun leven zo aanzienlijk zien verbeteren.

Dokter David Elia* is verbouwereerd  door de situatie en geeft ons wat uitleg.

PUB

Volledig diskrediet van de HST in 2002

Dr. David Elia :

Tien jaar geleden ging het de hormonale substitutietherapie voor de menopauze (HST) voor de wind. Daarbij kregen vrouwen hormonen die de eierstokken niet meer produceren, oestrogenen en progesteron dus.

De behandeling had heel wat positieve effecten:

  • opheffen van hinderlijke menopauzesymptomen (opvliegers, vaginale droogheid, prikkelbaarheid, enz.),
  • preventie van osteoporose,
  • daling van het cardiovasculaire risico (hartinfarct en cerebrovasculair incident).

In 2002 verscheen dan een ophefmakende Amerikaanse studie, de WHI (Women’s Health Initiative). Volgens deze studie deed de HST het risico op hart- en vaataandoeningen en borstkanker stijgen en werden de symptomen van de menopauze er helemaal niet beter door.

De studie veroorzaakte de nodige deining. In de media was het onderwerp jarenlang hot. Internationale gezondheidsinstanties stelden beperkende aanbevelingen op waarin vrouwen gevraagd werd deze behandelingen enkel nog te volgen als het echt nodig was. Ook artsen kregen de raad er heel voorzichtig mee om te springen.

Nog datzelfde jaar, in 2002 dus, uitten de meeste wereldautoriteiten en ook gynaecologen kritiek op de WHI-studie:

  • De vrouwen in de studie waren te oud. De gemiddelde leeftijd was 65 jaar, één derde was zelfs ouder dan 79 jaar. Ze waren dus niet representatief voor de groep van vrouwen voor wie deze behandeling was bedoeld. Vrouwen in de menopauze die een HST volgen, zijn doorgaans rond de vijftig jaar.
  • De hoeveelheid toegediende oestrogenen lag erg hoog en de kopie van de oestrogenen en het progesteron was van heel slechte kwaliteit.. 

Anders gezegd: de vrouwen in HST-behandeling hebben niet dezelfde leeftijd als de vrouwen in de WHI-studie en ook de behandeling zelf is niet dezelfde (niet dezelfde hormonen en niet dezelfde dosissen).
Ondanks die kritiek wordt de HST nu al tien jaar vermeden. Het aantal vrouwen dat deze behandeling volgt, is met 73% gedaald.

 

HST: de windstilte van 2005

Dr. David Elia:

In 2005 was er een korte windstilte.

  • Enerzijds gaven de auteurs van de WHI toe dat als ze enkel de jongste vrouwen in hun studie in beschouwing namen, er geen toename van het cardiovasculaire risico was.
  • Anderzijds verscheen in Frankrijk de E3N-studie over het risico op borstkanker. Deze studie van het Inserm werd gevoerd bij een groep van 100.000 Franse vrouwen die aangesloten waren bij de ziekteverzekering MGEN; ze werden 15 tot 20 jaar gevolgd. De studie toonde aan dat het risico op borstkanker volledig afhing van het gebruikte progesteron.
    Met andere woorden: bij gebruik van een bio-identiek progesteron - dezelfde molecule als de molecule die door de eierstokken wordt aangemaakt - of van dydrogesteron - een stof die heel sterk lijkt op het natuurlijke progesteron - neemt het risico op borstkanker niet toe. Dat is ook bevestigd door een andere Europese studie.

Het type progesteron dat in de HST gebruikt wordt, zou dus verantwoordelijk zijn voor de stijging van het risico op borstkanker.

Verder bleek ook dat bij toediening van oestrogenen via de huid aan vrouwen tussen de 50 en 60 jaar (de echte doelgroep van deze behandelingen) in plaats van aan vrouwen tussen 65 en 75 jaar de positieve effecten van de HST zoals die voor 2002 waren beschreven, teruggevonden werden. De Esther-studie van het Inserm toont trouwens aan dat deze methode het risico op flebitis of embolie niet vergroot, in tegenstelling tot de oraal toegediende oestrogenen in de ophefmakende WHI-studie van 2002. Die voordelen zijn:

  • een daling van het cardiovasculaire risico.
  • een stijging of daling van het risico op borstkanker, afhankelijk van het type van progesteron.
    Zo is ook te begrijpen waarom artsen al jaren enkel nog de twee door de E3N-studie aangewezen stoffen voorschrijven, namelijk progesteron en dydrogesteron!
  • Daarnaast blijft ook het enige nooit betwiste positieve effect van de HST - de daling van het risico op osteoporose - onverminderd bestaan.
  • En wat de hinderlijke menopauzesymptomen zoals opvliegers betreft: die zijn het hevigst tussen 50 en 60 jaar en verdwijnen daarna vanzelf bij de meeste (maar niet alle) vrouwen. Het is dus normaal dat de WHI-studie geen verbetering kon vaststellen in de levenskwaliteit van de vrouwen tussen 60 en 75 jaar.
    Symptomen verbeteren die er niet zijn, is nu eenmaal niet mogelijk!

Al deze geruststellende gegevens die tussen 2005 en 2011 werden verzameld, hebben de overheid er nochtans niet toe kunnen overhalen om de aanbevelingen aan te passen. Ook nu nog gelden ze als onvoldoende. En zo’n initiatief van de overheidsinstanties zou net volstaan voor een definitief eerherstel van de HST.

 

Initialement publié par Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste le 21/12/2012 - 13h06 et mis à jour par Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste le 21/12/2012 - 13h06

Dr. David Elia is gynaecoloog, hoofdredacteur van het tijdschrift GENESIS, vooraanstaand publicist, publiceert regelmatig in vaktijdschriften en heeft meer dan vijfendertig boeken voor het grote publiek op zijn naam staan. Hij heeft ook een website opgericht specifiek voor vrouwen (www.docteurdavidelia.com) en een gratis iPhone-app waarmee u veel van zijn boeken gratis kunt downloaden : « Gynécologie Dr. David Elia ». Dr. David Elia is ook lid van het wetenschappelijk comité van e-gezondheid

Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ