PUBLICITÉ

Interview: Is mijn kind hyperactief?

Gepubliceerd door Isabelle Eustache, bewerkt door C. De Kock, gezondheidsjournaliste op 23/09/2003 - 00h00
-A +A

Is uw kind te druk, te woelig of echt hyperactief? Hoe moet u het probleem aanpakken? Heeft het behandeling nodig? Wat zijn de gevaren? Hoe moet u het helpen om zich te integreren en te ontplooien? Antwoord op die vragen krijgt u van dr. Marie France Leheuzey, psychiater.

PUB

e-gezondheid: Hoe kunnen we het onderscheid maken tussen een druk kind en een echt hyperactief kind?

Dr. Marie France Leheuzey: Een echt hyperactief kind vertoont een reeks symptomen, met als belangrijkste aandachtstekort, d.w.z. concentratiestoornissen. Naast dit kernsymptoom kan er ook sprake zijn van motorische hyperactiviteit (agitatie) en impulsiviteit. Hyperactieve kinderen hebben problemen op school omdat ze zich niet aan de regels kunnen houden. Thuis hebben hun ouders de indruk dat ze nooit luisteren en evenmin gehoorzamen, want ook thuis kunnen ze er moeilijk hun aandacht bijhouden. Hun impulsiviteit komt tot uiting doordat ze anderen onderbreken en nooit afwerken waaraan ze begonnen zijn. Er bestaan vormen van hyperactiviteit waarbij vooral motorische agitatie optreedt, vormen waarbij de aandachtsstoornis dominant is en gemengde vormen. Een druk kind kan moeilijk stilzitten, maar lijdt niet aan aandachtstekort.

e-gezondheid: Vanaf welke leeftijd en bij wie kan men terecht om een eventuele hyperactiviteit te diagnosticeren?

Dr. Marie France Leheuzey: Kinderen worden meestal gescreend vanaf 6 jaar, voor ze naar het eerste leerjaar gaan. Het basisonderwijs is immers een belangrijke overgang: voortaan moeten ze langdurig opletten en discipline aan de dag leggen. Vandaar dat de diagnose vaak gesteld wordt vanaf de schoolgaande leeftijd. Toch wordt de stoornis soms ook vastgesteld bij kinderen van voorschoolse leeftijd (vanaf 3 à 4 jaar). Sommige kinderen hebben zelfs al vroeger problemen, maar in die vroege fase is het delicaat om een diagnose te stellen. Hyperactiviteit is een medische diagnose: de huisarts geeft een eerste advies, en als het kind volgens hem kenmerken vertoont die aan hyperactiviteit doen denken, zal hij het kind doorsturen naar een specialist; in België is dat een neuropediater of een pedopsychiater.

e-gezondheid: Wat zijn de behandelingsmogelijkheden en welke risico's houden ze in?

Dr. Marie France Leheuzey: De behandeling van hyperactieve kinderen omvat verschillende aspecten: gezinshulp, psychotherapie, begeleiding op school en in sommige gevallen orthofonische of psychomotorische reëducatie. Bij ernstige stoornissen kan er een medicamenteuze behandeling voorgeschreven worden, op voorwaarde dat er geen contra-indicaties zijn. Momenteel is er in België slechts één geneesmiddel toegelaten tegen hyperactiviteit: methylfenidaat. Het is in meer dan driekwart van de gevallen doeltreffend: het verhoogt de aandacht van het kind, wat een gunstig effect heeft op het school- en gezinsleven. Er zijn echter bijwerkingen mogelijk: minder eetlust, slaapstoornissen, hoofdpijn en buikpijn. Deze stoornissen zijn echter in de meeste gevallen onschuldig. Het geneesmiddel kan ook bestaande tics verergeren of de kans erop verhogen. Ernstige bijwerkingen (hallucinaties) zijn zeldzaam. Methylfenidaat werkt op lange termijn niet verslavend en is evenmin toxisch.

e-gezondheid: Welke raad geeft u aan ouders om hun kind in het dagelijkse leven te helpen?

Dr. Marie France Leheuzey: In de eerste plaats moet er een correcte diagnose gesteld worden, zodat de ouders duidelijk weten dat het niet om luiheid of slechte wil gaat, en dat hun kind niet karaktergestoord is. Ouders kunnen deelnemen aan therapeutische groepen die hun advies geven voor het dagelijkse leven. Ze moeten hoe dan ook leren om zich eenvoudig uit te drukken en hun kind duidelijke richtlijnen te geven, zodat het vlugger gehoorzaamt. Verder moeten ze hun kind strategieën helpen te vinden om in korte sessies te werken, en het de toestemming geven om zich tussen twee werksessies of "vervelende" taken door te ontspannen. Ze moeten zijn positief gedrag aanmoedigen om het te valoriseren in plaats van het te straffen. Hyperactieve kinderen worden immers als "bengels" beschouwd en krijgen dan ook veel kritiek te slikken. Daardoor hebben ze een negatief zelfbeeld en kunnen ze tekenen van depressie vertonen. Het is belangrijk dat ouders hun kind op een positieve manier begeleiden.

Gepubliceerd door Isabelle Eustache, bewerkt door C. De Kock, gezondheidsjournaliste op 23/09/2003 - 00h00
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ