PUBLICITÉ

Hoe voorkomt u lagerugpijn?

Geüpdatet door Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste op 23/03/2004 - 00h00
-A +A

Wie kent er lumbago of lagerugpijn niet ? Iedereen krijgt er vroeg of laat in zijn leven wel mee te maken. Het is dus allesbehalve iets theoretisch. We leggen u uit hoe u deze klachten kunt voorkomen.

PUB

Lichaamsbeweging - met of zonder begeleiding - helpt tegen lumbago

Om geen rugpijn (meer) te krijgen, worden er meestal een hele reeks maatregelen aangeraden: de rugschool om slechte houdingen en dus ook blessures te voorkomen, het dragen van een gordel die de rug ondersteunt, of het dragen van orthopedische zolen die de houding zouden moeten veranderen.

Maar volgens een recente studie worden al die methodes zwaar overschat en hebben ze in werkelijkheid geen effect op de lagerugklachten. Wat wel lijkt te helpen, is lichaamsbeweging, al dan niet gecombineerd met patiëntentraining. De studie in kwestie was een metastudie, een analyse dus van de resultaten van 23 vroegere studies, stuk voor stuk de meest betrouwbare op dit vlak.

Waarom helpt lichaamsbeweging tegen lumbago?

De oorzaken van rugpijn zijn nog niet helemaal bekend. De schade die op scans en andere vormen van medische beeldvorming te zien is, strookt niet altijd met de ernst van de waargenomen pijn. Maar alle experts zijn het erover eens dat het onvoldoende ontwikkelde spierstelsel van de rug en de buikspieren de boosdoener is. Deze diepe spieren in de rug en de buik bepalen namelijk onze houding. Ze houden onze ruggengraat recht en soepel, op voorwaarde dat ze daar ook stevig genoeg voor zijn. Als dat niet zo is, dreigt het evenwicht van onze wervels ondermijnd te worden en krijgen we lagerugpijn.

Daarom kan lichaamsbeweging het aantal aanvallen van lumbago bij een patiënt verminderen, zeker als dat gepaard gaat met vorming of training van de patiënt.

Initialement publié par Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste le 02/03/2016 - 09h46 et mis à jour par Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste le 23/03/2004 - 00h00

Steffens, D. et al., JAMA Intern Med. 2016 ;176(2) :199-208. Doi :10.1001/jamainternmed.2015.7431

Bekijk dit artikel
PUBLICITÉ