Heupdysplasie veroorzaakt artrose bij zeer jonge honden. Hoe vroeger de aandoening wordt gediagnosticeerd, des te sneller ze kan worden behandeld, zodat u uw vriend een goede levenskwaliteit en lange wandelingen met zijn lievelingsbaasje kunt bieden!
Een afwijking van de heup
Heupdysplasie is een afwijking van het ligament dat het dijbeen met het bekken verbindt. Wanneer dit ligament abnormaal slap is, wordt het dijbeen niet in een correcte positie ten opzichte van het bekken gehouden. Daardoor beweegt het dijbeen op een abnormale manier, waardoor artrose optreedt. Het gevolg is dat de hond begint te manken, vooral net nadat hij heeft gerust. De oorzaak van de ziekte lijkt erfelijk te zijn, maar ook voeding en een overdreven lichaamsbeweging van de pup spelen een bepalende rol. Vaak zijn beide heupen tegelijk aangetast.
Getroffen honden
Hoewel meer dan 42 rassen geïdentificeerd zijn als "risicorassen" voor heupdysplasie, lijkt een aantal grote hondenrassen vaker aan deze aandoening te lijden. Het zijn de Duitse herder, de labrador, de rottweiler, de sint-bernardshond en de bouvier. De hond begint meestal rond 8 à 9 maanden te manken, maar de ziekte kan ook onopgemerkt voorbijgaan en zich pas op latere leeftijd manifesteren. Heupdysplasie staat op de lijst van de "koopvernietigende gebreken" van de hond. U kunt uw geld dus bij de verkoper terugeisen, op voorwaarde dat de diagnose binnen 30 dagen na aankoop van de hond wordt gesteld. Die voorwaarde wordt echter zelden vervuld: de pup wordt vaak net na het spenen - rond de leeftijd van 2 maanden - aangekocht, terwijl de symptomen van de ziekte pas later optreden!