Een hartinfarct is altijd een bijzonder zware beproeving, niet alleen voor het hart, maar ook emotioneel, omdat de patiënt vaak denkt dat hij zal sterven als de pijn het hevigst is. Die enorme angst laat soms sporen na, en EMDR probeert die in enkele sessies uit te wissen.
Angst, stress en depressie laten emotionele littekens na die het na een hartinfarct moeilijker kunnen maken om weer de draad van het normale leven op te nemen. Soms nestelt er zich sluipend een echte posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Een hartinfarct kan een traumatiserende ervaring zijn
Een PTSS is een psychologische aandoening waar niet alleen psychiaters, maar ook cardiologen goed mee vertrouwd zijn. Het gaat om een stoornis die kan opduiken telkens als iemand geconfronteerd wordt met een mogelijk levensbedreigende situatie, ongeacht of hij of zij een lichamelijk trauma heeft gehad. Een aardbeving, een vliegtuig dat een noodlanding moet maken, een ongeval, een verkrachting, een werkongeval: het zijn allemaal voorbeelden van situaties die tot een PTSS kunnen leiden. Ook een hartinfarct, dat door de patiënt met abrupt doodsgevaar wordt geassocieerd, kan zo'n trauma veroorzaken.
Een nachtmerrie die dag en nacht herbeleefd wordt
Een PTSS-patiënt lijdt zwaar en is psychologisch kwetsbaar. Hij moet voortdurend terugdenken aan de vreselijke gebeurtenis die het trauma heeft veroorzaakt, of hij dat nu wil of niet, en herbeleeft de scène in kwestie telkens weer opnieuw, als een obsessie. Hij is voortdurend op zijn hoede, alsof hij over een radar beschikt die dag en nacht gevaar ruikt. Hij is bijzonder angstig, moet voortdurend gerustgesteld worden en kampt met slaap- en concentratiestoornissen.