PUBLICITÉ

Een leven redden vergt moed!

Geüpdatet door Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste op 18/05/2017 - 17h02
-A +A

Een leven redden is niet iedereen gegeven.

Toch ligt het in bijna ieders bereik.  Dat is toch de les die de Belgische Cardiologische Liga wil verspreiden.
Om iedereen aan te sporen levens reddende handelingen te stellen, heeft de Liga verschillende duo’s van redders en geredden met elkaar in contact gebracht. We spraken met twee getuigen.

PUB

Een dag die sporen nalaat

June herinnert zich niets meer van  de 23e januari 2013. Die dag kreeg ze een hartstilstand. De notities die ze op een blad aan het maken was, breken plots af met een streep. Dat is het enige spoor van wat er toen gebeurd is. De eerste herinneringen die ze van het voorval heeft, dateren van dagen later in het ziekenhuis.

Haar moeder Veronique vertelt ons daarom wat er precies is gebeurd. Maar we laten vooral Jacky aan het woord, een leraar wielrennen die op school aanwezig was en zijn kwaliteiten als redder toen heeft bewezen.

Jacky, kun je ons vertellen wat er is gebeurd?

Ze riepen me toen June tijdens de les chemie onwel werd. Ik heb namelijk een opleiding EHBO gevolgd.

Ik had al snel door dat het een noodgeval was. Alle tests die ik deed, waren negatief: June was buiten bewustzijn, ze had geen pols meer en ademde niet meer, ze werd blauw, enz. De hulpdiensten waren al verwittigd. Ik ben dus meteen met een hartmassage begonnen (cardiopulmonaire reanimatie).  Ik heb de massage ongeveer 10 minuten volgehouden, tot de ziekenwagen aankwam. Toen heeft het verplegend team het overgenomen. Ik ben nog bij June gebleven tot ze naar het ziekenhuis vertrok.

Hoe voelde u zich daarna?

Ik was uitgeput, helemaal leeg. Pas ’s avonds toen ik weer een beetje gekalmeerd was, drong het tot me door wat er allemaal gebeurd was!

Veronique, kunt u ons vertellen hoe het verder is gegaan?

Het was geen lachertje. Op school heeft het verplegende team het hart van June twee keer op gang moeten brengen. Na de eerste hartstilstand kreeg ze namelijk nog een tweede hartstilstand. Daarna werd ze op de afdeling intensive care gelegd. Daar hebben ze haar lichaamstemperatuur kunstmatig doen zakken om haar hersenen te beschermen.

June kreeg nog een longinfectie. Pas na drie dagen kon het intubatiebuisje eruit. June ademde toen op eigen krachten en ze praatte ook. We waren dan ook enorm opgelucht.

De eerste avond al heeft de arts ons de oorzaak van het probleem uitgelegd. June lijdt aan het lange-QT-syndroom, een zeldzame hartaandoening die tot een plotselinge dood kan leiden. Voor ze het ziekenhuis verliet, hebben ze bij haar een defibrillator ingeplant. Het lastigste voor June is dat ze nu geen sport meer mag doen. Ze was gepassioneerd door sport en wou sportleraar worden, maar door haar hartproblemen heeft ze dat uit haar hoofd moeten zetten.

Welke lessen trekt u uit deze ervaring?

Veronique: Om te beginnen dat het heel belangrijk is om meer mensen aan te zetten tot het volgen van een EHBO-opleiding. Er moeten ook meer defibrillators komen in openbare gebouwen (in de school van June hebben ze er nu een). Alle leerkrachten en toekomstige leerkrachten zouden op zijn minst een basisopleiding EHBO moeten volgen.

Als Jacky er niet was geweest, was June er nu niet meer. Zoveel is zeker. Je zou kunnen zeggen dat ik haar één keer het leven heb geschonken, en hij een tweede keer!

Jacky: Ik zou het mooi vinden als iedereen ging beseffen dat je altijd dingen moet durven doen die een mensenleven kunnen redden. Niets doen is erger dan iets half doen. Een hartmassage is trouwens helemaal niet zo moeilijk!

Zoekt u meer informatie?

Initialement publié par Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste le 02/05/2014 - 11h56 et mis à jour par Marion Garteiser, gezondheidsjournaliste le 18/05/2017 - 17h02

Interview réalisée lors de la conférence « Osez sauver », ligue cardiologique belge ASBL.

Bekijk dit artikel
PUBLICITÉ