Niest uw kat, loopt haar neus, maakt ze overdreven veel speeksel aan? Misschien is ze het slachtoffer van coryza. Achter deze naam schuilen vele besmettelijke virussen en bacteriën die alleen of in groep het luchtwegsysteem van de kat aanvallen, vooral als ze niet gevaccineerd is.
Microbiële aanval tegen het luchtwegenstelsel
Microben die bij katten vaak worden gezien in geval van symptomen van de luchtwegen zijn het kattenherpesvirus, dat meestal letsels ter hoogte van de neus en de ogen veroorzaakt, dat leidt tot niezen, neus- en oogvloed. Dit virus is in de omgeving weinig resistent en wordt dus vooral via rechtstreeks contact overgedragen, maar kan wel latent aanwezig zijn in de klieren van gezonde katten en naar aanleiding van een stresssituatie opnieuw actief worden, waardoor de ziekte opnieuw opflakkert.De tweede stof die voor coryza verantwoordelijk is, is het calicivirus, dat vooral letsels in de mond en soms ook in de longen veroorzaakt. Er verschijnen mondzweren, die pijnlijk zijn en een overvloedige speekselvloed veroorzaken. Dit virus kan in de keelholte van katten leven zonder dat het symptomen veroorzaakt, maar door schijnbaar gezonde katten worden uitgescheiden, waardoor kwetsbaardere dieren wel ziek kunnen worden. De derde microbe die bij kattencoryza vaak wordt gezien, is een bacterie die chlamydia heet. Hij veroorzaakt voornamelijk een ontsteking van neus en ogen. Deze 3 stoffen kunnen alleen of in combinatie problemen veroorzaken. Ten slotte kunnen ook andere virussen (coronavirus) of bacteriën een rol spelen in de ontwikkeling van coryza of de verergering van de letsels die door het herpesvirus en het calicivirus werden veroorzaakt.
De belangrijkste doelwitten van coryza
Katten die in stresssituaties terechtkomen (verhuizing, nieuwe eigenaar ) en katten die in groep leven zijn vatbaarder voor de ontwikkeling van coryza. Omdat katten territoriale en vaak solitaire dieren zijn, ervaren ze vaak een constante stress als ze met verschillende soortgenoten opgesloten worden. En omdat coryza erg besmettelijk is, wordt de ziekte zeer snel van de ene kat op de andere overgedragen. Kittens tussen 2 en 12 weken zijn ook bijzonder gevoelig op het moment dat de immuniteit die door hun moeder wordt doorgegeven, zwakker wordt, maar ze nog niet door de vaccinatie worden beschermd. Ten slotte zijn katten die drager zijn van het kattenaids-virus en/of kattenleukose chronisch vatbaarder voor de ontwikkeling van coryza.