Bent u bang voor gesloten ruimtes of om in een kleine ruimte terecht te komen en niet meer weg te kunnen?
Met deze elementen kunt u achterhalen of het gewoon angst is of claustrofobie.
Claustrofobie: angst voor gesloten ruimtes?
Claustrofobie of engtevrees wordt omschreven als een pathologische angst om zich in een gesloten ruimte te bevinden. Liften of vliegtuigen worden vaak vermeld, maar sommige claustrofobe mensen zijn bang voor elke gesloten ruimte, bijvoorbeeld ook voor een kamer waar geen raam open kan.
Claustrofobie is een zogenaamde situatiegebonden fobie, kortweg ook situatiefobie genoemd. Het is geen bepaald voorwerp dat de angst uitlokt, maar een omstandigheid, het feit dat iemand op een bepaalde plaats ingesloten zit. Er zijn heel veel soorten situatiefobieën. Er bestaat ook angst om een auto te besturen, angst voor tunnels of bruggen, voor het openbaar vervoer, enz.
Ze maken deel uit van een grote groep specifieke fobieën, waartoe onder meer ook de fobieën voor dieren, voor de wijde natuur, voor bloed, voor spuitjes of voor ongelukken behoren.
Studies schatten dat 7,2% tot 11,3% van de bevolking vroeg of laat in het leven te maken krijgt met een specifieke fobie. De situatiefobieën komen daarin het meest voor.
Wat zijn de symptomen van claustrofobie?
Iemand die last heeft van claustrofobie ondervindt bij de gedachte om ingesloten te zitten of op het moment dat hij zich in een gesloten ruimte bevindt een heel sterke angst die soms tot een paniekaanval kan leiden. Claustrofobie uit zich ook lichamelijk, vooral door een stijging van de hartslag. Sommige mensen vallen ook flauw, maar dat is een minderheid.
Opgelet: claustrofobie is niet altijd alleen maar angst om ingesloten te raken. Het fenomeen kan ook gepaard gaan met angst om de controle te verliezen en bijvoorbeeld flauw te vallen of aan het schreeuwen te gaan.
DSM-IV