Botbreuken
Gepubliceerd op 24/02/2003 - 00h00
Het lichaam heeft circa 206 stijve, kalkhoudende structuren die het skelet of geraamte vormen: de botten of beenderen. Ze fungeren als hefbomen van de spieren en beschermen de inwendige organen en weke delen van het lichaam.
1. Inleiding
De invloed van veel lichaamsbeweging, of juist het gemis aan lichaamsbeweging, op de omvang van de botstukken wordt geïllustreerd door mensen die een aandoening van de zenuwen of spieren zoals polio hebben gehad.De spieren verzwakken en de armen en/of benen raken verlamd. Het verschil is heel duidelijk als één been wel wordt aangetast en het andere niet. De botten die door gezonde spieren worden omgeven zijn sterk en normaal van omvang, botten omgeven door verlamde of verzwakte spieren zijn dun, broos en misvormd.
2. Typen botbreuken
Ieder bot kan breken als er maar voldoende kracht op wordt uitgeoefend; een forse tackle in een sportwedstrijd, een val op straat of een herhaaldelijk te zware belasting van een voet kunnen een fractuur veroorzaken (vermoeidheidsbreuk). De kracht die wordt uitgeoefend op het bot kan direct of indirect zijn. Een klap in een bokswedstrijd, een mep met een hockeystick of een trap bij voetbal noemt men een direct trauma. Een gebroken pols als gevolg van een val op de uitgestrekte arm of tijdens het skiën is een voorbeeld van een indirect trauma. Vanwege hun variatie in vorm en functie hebben botten sterke en zwakke delen. Op de zwakkere plaatsen ontstaan breuken. Zo zal het opperarmbeen (humerus), als er een zware kracht op uitgeoefend wordt, op drie voorspelbare plaatsen kunnen breken:- vlak onder de gewrichtskop;- in het midden van de schacht;- vlak boven de elleboog.Zelden breekt de bovenarm op een andere plaats; alleen als er in het bot een goed- of kwaadaardig gezwel voorkomt, kan in ieder deel van het dan geheel verzwakte bot een breuk optreden.In het algemeen maakt men onderscheid in:
- ongecompliceerde botbreuken waarbij de huid niet beschadigd is;
- gecompliceerde (open) breuken waarbij de huid wel beschadigd is en er grote kans op infectie bestaat.
Een bijzondere vorm is de vermoeidheids- of stressbreuk waarbij door chronische druk scheuren in het bot kunnen optreden. Behalve open en gesloten breuken zijn er vijf soorten breuken als men uitgaat van de breuklijn:
Dwarse breukHet bot is dwars doormidden gebroken, waarbij de breuklijn een rechte hoek maakt met de lengteas van het bot. De randen zijn enigszins gekarteld, maar het bot is recht in twee stukken gebroken. Dwarse breuken ontstaan als er een directe, sterke kracht wordt uitgeoefend op het bot. Vaak wordt ook vrij veel omringend zacht weefsel beschadigd. Dwarse breuken zijn bij volwassen patiënten de meest voorkomende breuken en maken 60 procent van alle gevallen uit. Meervoudige (communitieve) breukenHierbij is het bot niet recht doormidden gebroken. Op een röntgenfoto zijn botsplinters te zien die vrij in het gebied van de breuk liggen. Als deze stukken bot groot genoeg zijn is er op de foto een vlindervorm te zien.Meervoudige fracturen zijn vaak open, waarbij de botstukken door de huid heen steken. Om een botfractuur van dit soort te veroorzaken is enorme kracht nodig. Ongeveer 20 procent van alle breuken bij volwassenen zijn communitieve beuken. Schuine breukHierbij is een schuine breuklijn ontstaan. Net als bij een dwarsbreuk kan deze fractuur worden veroorzaakt doordat een directe, sterke kracht op het bot wordt uitgeoefend en vaak is er sprake van een schuin inwerkende kracht.Een dergelijke breuk is moeilijk te behandelen en te zetten, omdat de boteinden langs elkaar heen glijden, zodat het bot zelf korter wordt. Ongeveer 15 procent van alle breuken zijn schuine breuken. SpiraalbreukenDit zijn langgerekte, gebogen breuken. De gedraaide breuklijn wordt veroorzaakt door de torderende kracht die op het bot wordt uitgeoefend. Tijdens het breken draait het bot weer terug. Een dergelijke fractuur komt vooral voor bij ski-ongelukken, waarbij het lichaam tijdens de val draait, terwijl de voeten blijven staan.Bij spiraalbreuken is het omgevende zachte weefsel minder ernstig beschadigd dan bij andere breuken. Ze genezen sneller omdat het breukvlak groter is en maken ongeveer 5 procent van alle breuken uit. 'Greenstick'-(twijg) breukDit soort breuken komt vrijwel alleen voor bij kinderen, omdat hun botten nog soepel zijn en vrij ver kunnen buigen alvorens te breken. Op de röntgenfoto is een gebogen bot te zien als een geknikt jong twijgje, dat een heel eind kan buigen voor het breekt.De breuk ontstaat aan het uiteinde van de buiging, de andere kant blijft intact. Bij kinderbotten gebeurt hetzelfde, omdat het nog dikke elastische beenvlies intact blijft. Omdat dit soort breuken niet volledig is zullen ze sneller genezen.
Gepubliceerd op 24/02/2003 - 00h00