Moeder, grootmoeder, zus …
Sommige families krijgen de ene borstkanker na de andere te verwerken, alsof het een epidemie is.
Is die indruk gegrond? Is borstkanker erfelijk? Het is een ingewikkelde kwestie.
Borstkanker: geïsoleerd geval of familiair?
Eén 'kans' op de tien. Dat is het risico dat elke vrouw loopt om vroeg of laat borstkanker te krijgen.
In bijna 90% van de gevallen slaat deze kanker willekeurig toe, zoals de bliksem op een boom inslaat. Vooral vrouwen in de menopauze worden getroffen. Ook al lijkt het soms alsof sommige families door het noodlot worden getroffen, in de overgrote meerderheid van de gevallen is borstkanker niet erfelijk te verklaren en ligt ook de oorzaak niet in de genen.
Als borstkanker in de genen zit
In de overblijvende 10% van de gevallen speelt erfelijke aanleg wel degelijk mee. De erfelijkheid gaat vaak terug op een afwijking in een of twee genen, BRCA1 en BRCA2. Als een van deze genen – en elke mens heeft er 2 exemplaren van – een afwijking vertoont, is er een verhoogd risico op borstkanker. Dat heeft gevolgen voor de getroffen families die lichtjes verschillen:
- Bij een mutatie in het BRCA1-gen loopt de vrouw in kwestie 80% kans om in de loop van haar leven borstkanker te krijgen, dat is erg hoog.
- Bij een mutatie in het BRCA2-gen is het risico ongeveer 50%.
Een borstkanker als gevolg van een afwijking in BRCA1 of BRCA2 komt ook eerder bij jonge vrouwen voor (voor de menopauze) en tast ook eerder beide borsten aan.
Dokter Marc Abramowicz, arts-geneticus, Erasmus Ziekenhuis, VU Brussel